Hoe is het met?… Cor Backx
In de “Hoe is het met?…” rubriek blikken we terug op de oud spelers van NAC. Echter, achter de schermen zijn er veel mensen die ervoor zorgen dat de club NAC draaiende blijft en deze (veelal vrijwilligers) scheppen de voorwaarden dat spelers hun wedstrijden kunnen spelen. Een van die mensen die ervoor zorgde (en er nog steeds voor zorgt) dat de spelers aan de wedstrijd konden beginnen was Cor Backx: Jarenlang de terreinknecht van het stadion aan de Beatrixstraat. In deze “Hoe is het met?…” serie een terugblik met de oude terreinknecht van NAC op zijn periode bij NAC.
In 1954 begon de heer Backx bij NAC te werken. “In het begin van de jaren ’50 werkte ik op de Suikerfabriek in Breda.” zo begint meneer Backx “Ik was niet echt op zoek naar een andere baan, maar ondanks dat kwamen er toch wat aanbiedingen voor ander werk aanwaaien. Ik kon bij de gemeente Breda aan de slag, maar ook bij NAC. De heer Dijkers, lid van het bestuur van NAC, nodigde mij uit om eens te komen praten over een aanstelling bij NAC. Dat gesprek vond toen plaats aan de oude houten kantine aan de Beatrixstraat.”
Bij dat gesprek zat ook de hoofdterreinknecht van NAC, Willem van Gils. “Klopt, maar Willem was echter ook pachter van de kantine en had zijn handen vol aan dat werk. Door de drukke werkzaamheden van Willem kon ik als tweede terreinknecht bij NAC aan de slag. Ik werd in dienst genomen met een proeftijd van vier weken. Ik kreeg een loon van 45 gulden per week. Na die vier weken werd mijn arbeidsovereenkomst omgezet naar een contract voor onbepaalde tijd met een definitief loon van 50 gulden per week. “
Cor Backx voelde zich snel thuis bij NAC. “Het was allemaal zo gemoedelijk. De sfeer was opperbest en er was eigenlijk nooit een vuiltje aan de lucht. Tijdens de wedstrijden van het eerste van NAC liepen er welgeteld 5 politieagenten rond. Die mannen kenden we stuk voor stuk en we dronken altijd gezellig een bakje koffie. “
Naast die gemoedelijke sfeer vond meneer Backx ook het werk bij NAC enorm leuk. “Ik had het er reuze naar mijn zin. Iedereen dacht dat ik er dag en nacht mee bezig zou zijn, maar dat viel reuze mee. Het was zelfs helemaal niet waar. Het werk was altijd erg overzichtelijk. Er zat grote regelmaat in het competitieprogramma van NAC en je wist precies wanneer andere teams speelden. De hogere elftallen speelden op zondag en de lagere elftallen op zaterdag. Door de week waren de vaste trainingen, je kon je er helemaal op instellen. “
Toch nam meneer Backx zijn vak enorm serieus. De velden aan de Beatrixstraat werden zijn kindjes en hij hield ze perfect bij. Daar hoort ook een ijzeren discipline bij. “Je hoort iedereen wel vertellen dat de spelers de dag voor de wedstrijd niet moeten drinken. Nou, dat moest ik ook niet flikken hoor! Alles werd namelijk met de hand gedaan, behalve het gras maaien. De lijnen werden met kalk uit een bus en met een kwast op het veld aangebracht. Als je dus gedronken had dan was zo’n lijn echt niet recht meer. Dat kon je niet maken, daar had je echt een vast hand voor nodig. Je ziet in de strips van FC Knudde dat de terreinknecht Tinus er altijd weer een zooitje van maakt. Stel je voor dat het zo zou zijn…”
Halverwege de jaren ’70 kwam er een totale omslag bij NAC. De Bredase ploeg speelde haar wedstrijden op de zaterdagavond en het beroemde Avondje NAC deed zijn intrede. Een ontwikkeling waar meneer Backx met gemengde gevoelens op terugblikt. “Eind jaren ’70 kwam het welbekende Avondje NAC opzetten. Er veranderde toen helaas veel. Veel mannen van de M.E. en een onregelmatig competitieverloop door gestaakte wedstrijden. Er was ineens altijd wel iets. Wij dienden bijna dag en nacht op het NAC terrein aanwezig te zijn. Toen ging de lol er wel grotendeels af. “
Na maar liefst 45 trouwe dienst nam de heer Backx in 1990 afscheid van NAC. “In 1989 ben ik officieel bij NAC gestopt. Mijn afscheidsreceptie was grandioos en ik werd, tot mijn grote verbazing, zelfs onderscheiden tot officier van Oranje Nassau in het zilver. Daar ben ik nog heel erg trots op. “ Het NAC virus bleef echter niet alleen beperkt tot meneer Backx. Zijn vrouw zette zich jarenlang vrijwillig voor de club in.
Tegenwoordig geniet de 71-jarige Backx van zijn welverdiende pensioen. Toch volgt hij NAC op de voet en zet zich nog steeds vrijwillig voor zijn club in. “In het huidige stadion verleen ik hier en daar nog wel wat hand- en spandiensten. Ik help ook Ben van Bilzen nog regelmatig.” Meneer Backx bezoekt nog steeds alle thuiswedstrijden van NAC en hij is één van de weinige mensen die kan zeggen dat hij meer dan 50 jaar NAC ervaring heeft.