Vergane Glorie: Stade Buraufosse
Het stadsdistrict Luik kent enkele zeer mooie pareltjes als voetbalstadion. De bekendste parel is natuurlijk ‘de Hel van Sclessin’, maar er zijn ook enkele andere prachtige stadions te bezoeken. Het Stade Buraufosse valt absoluut in die categorie. Het stadion is gelegen in de Luikse voorstad Saint-Nicolas en ligt letterlijk onder de rook van zware industrie en Stade Sclessin. Ingeklemd tussen een partij heuvels en prachtige boompartijen, biedt dit stadion een magische sfeer voor de stadionbezoeker. De ‘stunner’ is de staantribune achter een van de doelen en eigenlijk behoor je Buraufosse bezocht te hebben.
De bouw van Stade Buraufosse
Op internet valt er bar weinig te vinden over de geschiedenis van het stadion. Het ontstaan van Buraufosse is wel terug te voeren op de staalfabrieken van Cockerill. De luchtvaartdivisie van Cockerill kocht in 1958 de terreinen van het Stade du Pont d’Ougrée op, de voormalige thuisbasis van Royal Tilleur FC. De club moest uitzien naar een nieuw stadion en kocht in 1959 een lap grond in het dorpje Saint-Nicolas. De gronden lagen op de heuvel en de club besloot om de natuur de bouw van het stadion te laten ondersteunen. De heuvel werd uitgegraven en zou het veld worden. De resterende heuvels zouden de basis voor de tribunes worden. De bouw vorderde snel en in 1960 werd het stadion in gebruik genomen.
Veel bespelers van het stadion
Royal Tilleur FC, met stamnummer 21, was de eerste bespeler van het stadion. De club werd opgericht in 1899 en was een ‘heen en weer’ tussen de Belgische Eerste Klasse en de Belgische Tweede Klasse. Van 1948 tot en met 1959 speelde de club onafgebroken in de Eerste Klasse en halverwege de jaren ’60 behaalde Tilleur het beste resultaat uit haar bestaan; De vierde plek in de hoogste divisie. Deze plaats werd behaald onder leiding van trainer Joesph Pannaye, een voormalig Belgisch international die na zijn spelersloopbaan trainer werd bij Tilleur. In 1967 degradeerde Tilleur echter, om in 1983 te degraderen naar de Vierde Klasse.
In 1989 fuseerde Royal FC Tilleur met de club Royal Saint-Nicolas FC, uit het Luiks aangrenzende voorstadje Saint-Nicolas. In 1990 promoveerde de fusieclub naar de Derde Klasse, om vervolgens in 1995 te fuseren met Royal Football Club Liegeois. De fusie werd door de voetbalbond niet goedgekeurd, waardoor FC Tilleur volledig opging in RFC Liège.
RFC Liège verhuist naar Buraufosse
Het is ook in 1995 dat RFC Liège op Buraufosse ging spelen. De club had een paar maanden daarvoor haar legendarische stadion Rocourt verloren en was naarstig op zoek naar een nieuw complex. Stade Buraufosse, met een capaciteit van 11.000 mensen, werd het logische nieuwe sportcomplex van de club met stamnummer 4. Vanwege onbekende omstandigheden verliet RFC Luik Buraufosse in 2000, om 8 jaar later weer met Buraufosse te flirten. RFC Luik had in 2008 namelijk (alweer) geen thuisbasis en was naarstig op zoek naar een nieuw onderkomen. Stade Buraufosse had de capaciteit en de mogelijkheden, maar er moest een flinke opknapbeurt plaatsvinden. RFC Luik speelde toentertijd in de Tweede Klasse, waardoor camera’s in het stadion gehangen moesten worden, kleedkamers moesten worden gerenoveerd, een nieuwe grasmat moest worden aangelegd en de faciliteiten voor supporters en sponsors moesten worden verbeterd. De financiering van 850.000 Euro was rond, maar door de ingrijpende veranderen besloot RFC Luik uit te wijken naar het stadion Stade du Pairay in Seraing (in een latere Vergane Glorie meer hierover).
Enige jaren geleden lijkt er onder de naam FC Tilleur Saint-Gilles een doorstart gemaakt te zijn van Tilleur FC. De club speelt haar wedstrijden op Buraufosse en heeft stamnummer 21. Echter, er is bar weinig te vinden hierover, dus het is voor dit stadion gissen naar de bespeler en haar geschiedenis.
Een prachtig en verrassend stadion
En aan het stadion te zien, moet er toch wel wat geschiedenis hebben plaatsgevonden. Toen ik het stadion, ergens in 2006, voor het eerst bezocht, viel mijn mond open van verbazing. In mijn navigatiesysteem zag ik Buraufosse opdoemen en ik verwachtte een aftands amateurveld. Ik kwam bedrogen uit. Toen ik mijn auto aan Rue Buraufosse parkeerde, zag ik een prachtige, uit steen gemetselde, toegangspoort pronken. Rechts daarvan, volledig in jaren ’60 stijl, stonden de kleedkamers en achter de toegangspoort is een veld dat er vredig en prachtig bijligt. Het was echter niet het veld dat mijn aandacht trok, maar de tribunes rondom het veld. Met name de prachtige staantribune achter een van de doelen is indrukwekkend. Maar ook de volwaardige staantribune aan een lange zijde, een volledige zittribune aan de andere lange zijde en zelfs een businesslounge nabij de toegangspoort, overtroffen mijn verwachtingen. Dit was niet een aftands voetbalveld, maar een ware parel.
Die parel wordt magischer als je het stadion betreedt. Helaas zit alles potdicht, maar dichte toegangspoorten en hekken zijn problemen, en problemen kun je oplossen. Dus binnen een paar seconden stond ik aan de andere kant van het hek en ik begon mijn wandeling door het stadion.
Een wandeling door het stadion…
Om die wandeling te beginnen, dien je eigenlijk over het veld naar de andere tribunedelen te lopen. Het grote toegangshek aan de korte zijde was gelukkig open, waardoor ik zo het veld kon betreden. En laat je nou net vanaf het veld de toegangspoorten van de hekken kunnen openen! Dus toog ik naar de eerste bestemming; De tribune aan de lange zijde. De staantribune aan de lange zijde is aardig. Wat echter nog aardiger is, is de kantine die direct vanuit deze tribune bereikt kan worden. Die Belgen denken ook aan alles; Wil je bier, dan loop je gewoon naar boven, ga je een schuifdeur door en bestel je een biertje.
Links van de tribune ligt een prachtig hoge staantribune. Het doet een beetje denken aan een van de oude staantribunes van de Bökelberg in Monchengladbach. De tribune is lekker stijl en het mos geeft het indrukwekkende plaatje een aparte dimensie. Als je echter de tribune oploopt, snap je waarom dat de tribune niet meer gebruikt mag worden. Her en der zijn er tribunedelen verzakt, afgebrokkeld en het mos zorgt ervoor dat je om de haverklap kunt uitglijden. Maar volleerde stadionbezoekers laten zich niet zomaar van de tribune afglijden!
De hoofdtribune aan de lange zijde is overduidelijk nieuwer dan de rest van het stadion. Aan de manier van bouwen moet deze tribune niet ouder dan 15 jaar zijn en de tribune is volledig voorzien van zitplaatsen. De kleedkamers zijn wat verouderd en bevinden zich achter een van de cornervlaggen. Als speler moet het echter een kick zijn om ooit in een uitverkocht Buraufosse te mogen spelen. De entree van de spelerstunnel naar het veld wijst namelijk naar de indrukwekkende staantribune achter het doel. Met een beetje fantasie kun je de mensenmassa, die samendromt voor die spannende wedstrijd, al vol enthousiasme gadeslaan.
Nee, Stade Buraufosse is een ware verrassing en staat in mijn top 20 van favoriete stadions. Met een beetje opknappen kan dit stadion mee in de hoogste klassen van het Belgisch voetbal; Ik ken maar zat clubs die er jaloers op zullen zijn!
Foto’s
Het foto-album is ook hieronder te vinden: