Van Guilin naar Dali
Tja, waar zal ik eens mee beginnen? Het goede nieuws dat we uiteindelijk toch het Stenen Woud in Guilin hebben bezocht, of door te vertellen dat Dali (waar ik zojuist ben gearriveerd) een prachtige stad is, of dat men in China absoluut niet auto kan rijden?
Gisteren werd gemeld dat we het Stenen Woud niet zouden bezoeken. Een zware domper, want het is toch een van DE dingen die je in China bezocht moet hebben. Teleurgesteld namen we gisteren dus de bus naar het vliegveld van Guilin, alwaar we tegen half vier richting Kunming vlogen. Aangekomen in Kunming wachtte ons een aangename verrassing: Onze reisbegeleider Ivo had namelijk met Nederland gebeld en geregeld dat we een hotel kregen in het Stenen Woud en daarmee de prachtige rotsformaties konden bekijken.
Allereerst zijn we door Kunming gereden. Deze stad bestaat al ruim 2000 jaar en was tot de achtste eeuw een buitenpost van het Chinese Rijk. In de achtste eeuw werd het echter veroverd door Nanzhao en groeide Kunming uit tot de tweede hoofdstad van het rijk van Nanzhao. Enkele honderden jaren nadien was deze stad een gewilde prooi voor de Mongolen en de stad kwam, na hevige gevechten, onder Mongools bestuur te staan. Aangezien Kunming aan de Zijde Route lag, had het veel invloeden van buitenaf te verduren. Een van de grootste invloeden kwam van handelaren, ambachtslieden en arbeiders vanuit Islam georiënteerde landen. Het is daarom niet verwonderlijk dat je in Kunming veel Moskeeën hebt en dat je letterlijk dood gegooid wordt met Donner Kebab winkeltjes. Ondanks deze invloeden zie je ook nog veel terug van Chinese en boeddhistische zaken.
Via Kunming zijn we vervolgens naar het Stenen Woud gereden. Na een bustocht van ruim anderhalf uur, arriveerden we in dit redelijk droomachtige landschap. Na de incheck (en alweer op een irritante wijze belaagd te worden door Chinese dames die hun souveniers wilden verkopen) hebben we de spullen op de kamer gedropt en zijn we direct het Stenen Woud ingelopen. Het Stenen Woud is leuk om door te lopen. Je verbaast jezelf aan de prachtige rotsformaties en je kan er uren rondlopen met de gedachte dat je verdwaald bent. Je merkt echter wel dat het Stenen Woud een toeristische trekpleister is. Alles is geplaveid, wandelroutes zijn bepaald en het was redelijk druk. Toch even snel de toerist uitgehangen, wat fotootjes geschoten en mijn bed ingedoken.
De volgende dag werd ik redelijk vroeg wakker, dus besloot ik het Stenen Woud verder te verkennen. Ik loop over een pad, zie een huisje waar wat mensen inzitten en begroet ze in het Chinees. Een brede glimlach maakt zich van de mensen meester en ze begroeten mij hartelijk terug. Ineens realiseer ik me dat ik onbewust het park ben uitgelopen, dus loop ik weer lekker terug het park in waarbij ik ineens aangehouden word door dezelfde persoon die me zojuist hartelijk begroette. Met handgebaren maakt hij duidelijk dat ik het park niet in mag en dat ik terug moet gaan naar het dorp. Met handgebaren terug geef ik echter weer aan dat ik er vandaan kwam en dat ik geenszins van plan was om terug te lopen. Om een lang verhaal kort te maken: Ik moest mijn kaartje laten zien, daarna was mijn kaartje vals, werd er een agent bij gehaald en die agent besloot dat ik alsnog het park binnen mocht. Ach… Zo ben je 30 minuten met iets anders bezig.
Toen ik het park opnieuw binnenliep viel mijn mond open van verbazing: Je kon letterlijk over de hoofden van de mensen heenlopen! In het hotel aangekomen bleek, na een gesprek met een Engels sprekende Chinees, dat het vandaag nog een rustige dag was. Ik keek weer naar buiten en zag de groepen toeristen door het Stenen Woud lopen; het leek de Efteling op een drukke dag wel. Mocht je het Stenen Woud willen bezoeken, doe dat dus absoluut nooit overdag!
Daaropvolgend ben ik naar het hotel teruggegaan, heb ik mijn tas gepakt en zijn we met de groep de bus ingestapt voor een 8 uur durende busreis naar Dali. Tijdens deze busreis heb ik me echt lopen te verbazen aan het rijgedrag van de Chinezen: Dubbelbaans rijden, rechts inhalen, over de vluchtstrook rijden, spookrijden en, het irritantste van alles, flink toeteren. Onderweg kwamen we tot drie keer toe een gekantelde vrachtwagen tegen, dus sommigen van ons hadden de vrees dat we het er niet levend vanaf zouden brengen. Die vrees bleek gelukkig ongegrond.Zojuist ben ik in het prachtige Dali aangekomen. De stad bestaat uit twee gedeeltes: Het nieuwe Dali en het oude Dali. Het laatstgenoemde ligt op ruim 15 kilometer van alle nieuwbouwwijken en het ligt op ruim 2000 meter hoogte. Wanneer je het oude Dali ziet liggen, dan gaat je mond open van verbazing. De stad ligt tegen een 4 kilometer hoge berg aan, waarvan de toppen niet te zien zijn vanwege het wolkendek.
In Dali aangekomen zijn we direct naar het hotel gegaan, alwaar we erachter kwamen dat er helemaal geen kamers voor ons gereserveerd waren! Grote paniek bij de eigenaar, maar er was al snel een oplossing gevonden: De groep werd verdeeld over het hotel en een herberg genaamd de Tibetan Lodge. In de laatstgenoemde verblijf ik momenteel in een erg simpele (maar wel prachtige) kamer. Zodadelijk ga ik Dali bezoeken en morgen hoop ik me weer te melden met een log. Tot dan!