Het toeristische Morro de Sao Paulo
De laatste stop van mijn reis was een hele tegenstrijdige. Nadat ik de Chapada Diamantina verliet, ben ik naar het noordelijk gedeelte van Ilha de Tinharé getrokken om het oude vestigingsstadje Morro de Sao Paulo te bezoeken. Het plaatje staat bekend om haar prachtige witte stranden, mooi blauw water, de relaxte sfeer en de goede restaurants. Helaas is het eiland te toeristisch, betaal je Europese prijzen en ben je, in tegenstelling tot de Chapada Diamantina, een van de vele toeristen.
De diverse websites waren er laaiend over. Ja, het ziet eruit als een paradijs op aarde en ja het is er mooi, maar of ik Morro de Sao Paulo nog een keer bezoek, betwijfel ik ernstig. Het begint bij aankomst. Na een goede tocht vanuit Lencois naar Salvador, waar ik een nachtje bleef slapen, toog ik met de snelle catamaran naar het eiland. Bij aankomst wilde ik direct het eiland opstappen en met mijn bagage naar het hotel gaan. Nou, dat feestje ging dus mooi niet door: Of ik even 5 Euro entree wil betalen, zogenaamde “ecologische belasting” om het eiland “te beschermen van verdere menselijke invloeden”. Ehrrr, ja… Juist. Ik keek even op de heuvel en zag hoe goed de “bescherming” werkte. Een hoop restaurants, een hoop cafés, een hoop hotels en een hoop lege glazen van het uitgaansgeweld van de avond ervoor. Dus betaalde ik schoorvoetend de entree tot het eiland en besloot een taxi te huren om mij naar het hotel te brengen.
En met een taxi bedoel ik trouwens niet een auto. Bij de entree van het eiland werd me verstaan gegeven dat auto’s op het eiland verboden zijn, omdat ze het milieu teveel aantasten. Tractors zijn echter wel toegestaan, evenals vliegtuigjes die op het vliegveld op het eiland mogen landen. Nee, deze taxi is om je zware bagage in een kruiwagen te leggen, die vervolgens door een jonge fanatieke inwoner van het eiland naar de plaats van bestemming wordt gebracht. Aangezien ik op twee kilometer van de haven sliep, legde ik mijn backpack in de kruiwagen en liep achter de jongen aan naar mijn hotel. En ik moet zeggen dat het best wel een pittige loop was, want die gastjes houden er een moordend tempo op na. Gelukkig had ik ook een goede kans om het toeristische gedeelte van het eiland te bekijken en de vele winkeltjes, restaurantjes en de mooie stranden vielen al gelijk in de smaak. Dat ik enkele uren later van de prijzen zou schrikken, had ik me niet echt voorgesteld.
Na een kleine 20 minuten kwam ik op het hotel op het derde strand aan. Morro de Sao Paulo is opgedeeld in 4 stranden. Het eerste strand is het gedeelte waar de oude vestigingsstad ligt en waar de eerste vakantiehuizen staan. Het tweede strand is het uitgaanscentrum en als je er een bed hebt gereserveerd, dan word je ’s nachts door de beats in slaap gewiegd. Het derde strand heeft mooie witte stranden en is een mooie plek om te watersnorkelen en het vierde strand is eigenlijk een verzamelnaam voor alles wat achter het derde strand ligt. Het hotel waar ik in sliep was eigenlijk best wel mooi. Over het terrein van het hotel stonden diverse bungalows, omgeven door prachtige palmbomen en andere planten. Het geluid van de vogels maakte het plaatje compleet. Dus legde ik de spullen in een hoek, verruilde ik mijn schoenen voor mijn prachtige Havaianas en dook ik met een goed boek mijn hangmat in.
Ik werd toch wel wat dorstig van al dat gehang en ik besloot naar het strandtentje voor het terrein van het hotel te gaan. Ik nestelde mezelf aan een tafeltje met een prachtig uitzicht over de stranden en genoot van mijn Guarana, een drankje dat mateloos populair is in Brazilië en ik ook wel erg kan waarderen. Ik zag de eigenaar met wat bakken ijs sjouwen en besloot eens 5 bolletjes ijs te bestellen. Na het opgegeten te hebben, kreeg ik de rekening onder mijn neus. 7 Euro voor 5 kleine bolletjes, damn…
Verder was de eigenaar wel een schappelijke man. Hij bleek een Italiaan te zijn, die geruime tijd geleden naar Morro de Sao Paulo was getogen om er te wonen. “Het leven is hier goed, ik heb bijna altijd zon en mijn zaak loopt redelijk”, vertelde hij met een glimlach. Toch miste hij zijn thuisstad Milaan, en vooral zijn grote liefde AC Milaan. Toen hij hoorde dat ik uit Nederland kwam, kreeg hij een grote glimlach op zijn gezicht. “Oh, dan heb jij absoluut geen probleem met mijn Wifi wachtwoord. Van Basten 12, genoemd naar de grootste speler van AC Milaan en het nummer dat deze grootheid op het EK van 88 droeg”. Hilarisch hoe je aan de andere kant van de planeet toch een beetje aan thuis wordt herinnerd.
Ik besloot nog een drankje te nemen en verdiepte me in de geschiedenis van Morro de Sao Paulo. Halverwege de 16e eeuw stichtten de Portugezen hier een haven om zo de schepen van en naar Europa te bevoorraden en om een uitvalsbasis in de binnenlanden van Brazilië te hebben. Dat hierbij bijna iedere inheemse stam die tegenstand bood aan de Portugezen werd uitgemoord, zullen we maar snel vergeten. Al snel werd het eiland een waar centrum voor diverse zeeslagen, die tussen de Portugezen, Nederlanders, Fransen en de piraten uit de regio plaatsvonden. In het begin van de 17e eeuw plunderden de Nederlanders Morro de Sao Paulo en maakten het dorp zelfs met de grond gelijk. Twee jaar na de verwoesting van Morro de Sao Paulo, besloten de Portugezen een fort aan te leggen op de plek waar nu de haven en het eerste strand liggen. De vestigingswerken zie je nog steeds bij aankomst in de haven. De strakke muren boden ooit bescherming voor de invallen van buitenaf en de oude toegangspoorten uit de 17e eeuw staan er nog steeds. Een kleine eeuw later waren de verdedigingswerken definitief af en dat kwam net op tijd. De Fransen hadden hun zinnen gezet op het veroveren van Morro de Sao Paulo en de verdedigingswerken deden hun werk. De invasie werd afgeslagen en Morro de Sao Paulo zou definitief in Portugese handen blijven. In de 19e eeuw werd de haven verder uitgebreid en werd er een vuurtoren gebouwd, waarna er een begin kwam aan mensen die het eiland voor vertier bezochten. Vooral nadat de Koninklijke familie van Portugal / Brazilië het eiland een paar keer bezocht, kwam de stroom van gasten op gang. Het resultaat mag zich raden. Morro de Sao Paulo is voor toeristen en mensen uit Salvador (en voor een of vage reden ook voor mensen uit Rio Grande Sul) een oord om even lekker weg te gaan. Dat Morro de Sao Paulo een waar toeristenoord is geworden, kun je haast wel raden. Ik zou het met een beetje fantasie het Ibiza of Zuid-Frankrijk van Brazilie kunnen noemen. De prijzen zijn er in ieder geval wel naar. Die avond wilde ik even lekker bij een Italiaans restaurant gaan eten en een simpel bord Spaghetti met wat drinken kostte me al snel 22 Euro.
Ik heb het er maar lekker van genomen en ik heb even lekker gerelaxed. Toch is er een nasmaak aan Morro de Sao Paulo. Alle mooie praatjes over ecologisch verantwoord bezig zijn konden al snel de prullenbak in. Geen auto´s op het eiland? Ik heb diverse malen oude Volkswagens zien rijden, en de aanwezigheid van tractors en vliegtuigen zouden de Groen Links aanhangers al een hartaanval bezorgen. Het prijspeil is van een toeristisch Europees oord en de mensen van het eiland zijn overduidelijk toeristen moe en ongeïnteresseerd. Nee, Salvador en Chapada Diamantina waren in ieder opzicht veel leuker en mooier en ik heb in Morro de Sao Paulo eens lekker kunnen genieten als een luie toerist en mezelf in het uitgaansgeweld kunnen storten. Been there, done it en grote kans dat ik er niet meer naar terugkeer.
Nu zit ik in Rio de Janeiro en ik ga dadelijk eens lekker shoppen in Rio Sul en langs de stranden van Ipenema kuieren. Nog een paar dagen en ik ben weer terug in het koude kikkerlandje. Jammer, want de Braziliaanse mentaliteit ligt me wel. Gelukkig, want ik mis ook weleens de structuur van het het Nederlands leven.
Ten slotte wil ik de vaste lezers enorm bedanken voor het lezen van deze blog. Toch leuk om te zien dat tijdens mijn reis de stukjes gemiddeld 85 tot 110 keer geraadpleegd worden. Het stuk over het WK 2014 was zelfs met ongeveer 900 lezers een mooie hit! En de volgende reis? Ik zit toch heel sterk eraan te denken om of Zuid-Oost Azie (Thailand, Cambodja, Laos. Na de mooie verhalen van David en Lenneke), Iran of Noord-Korea te gaan bezoeken. Eerst maar weer eens flink gaan werken, want mijn dagen voor een lange reis zijn helaas op.