Vergane Glorie: SV Limburgia
In Zuid Limburg stikt het van voetbalhistorie. Oude en roemruchtige clubs zoals Rapid, Blijerheide, Maurits, Juliana en Limburgia bestaan niet meer, of zijn met elkaar gefuseerd. De laatstgenoemde club uit Brunssum was tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog een begrip in het Limburgs voetballand, werd de eerste Nederlands kampioen uit Limburg, maar viel ten prooi aan de saneringsdrang van de KNVB in 1971. De club werd teruggezet naar de amateurs, raakte in verval, diende haar toenmalige stadion te verlaten en fuseerde noodgedwongen met een amateurvereniging. Op de gronden waarop Limburgia ooit speelde, staat nu een wijk met huizen. Maar gelukkig hebben de gemeente Brunssum en de architect oog voor het verleden gehad en leeft Limburgia heden ten dage nog prachtig voort in de Brunssumse gemeenschap.
SV Limburgia; De koempels
Om SV Limburgia te begrijpen, moet je de Zuid-Limburgse geschiedenis kennen. In 1901 startte de Nederlandse overheid de ontginning van steenkool in het zuiden van Limburg. Het leidde tot een toestroom van arbeiders van buiten Limburg (met name uit Holland en de noordelijke Nederlandse provincies), die het zware werk in de mijnen uitvoerden. In die mijnen was het absoluut geen pretje. In nauwe, donkere gangen werd de steenkool door de arbeiders gewonnen. Dat je door het hakken en het opwaaiende stof vies werd, was wel de minste zorg. De mijnen waren gevaarlijk en dodelijk (meer dan 500 mensen verloren hun leven in de Limburgse mijnen) en door de zogenaamde stoflongen was de levensverwachting van een Koempel (zoals mijnwerkers bekend stonden) zeer laag.
In de Eerste Wereldoorlog kwam het door deze omstandigheden tot een uitbarsting. De Nederlandse Staat en de private bedrijven kon de steenkolen met gigantische winsten doorverkopen, maar de lonen en secundaire voorwaarden van de mijnwerkers stegen niet. Onder de grond was iedere Koempel gelijk en ‘door het werk was men samen sterk’. Boven de grond zouden de Koempels ook eens laten zien dat men samen sterk zou staan. Het leidde tot een wilde staking van de mijnwerkers. Dat hebben de directies van de mijnen dan ook geweten, want zelfs het leger diende eraan te pas te komen om de staking te breken. De staking had echter wel het gevolg dat bij de directies en de Nederlandse staat het besef groeide dat de primaire en secundaire zaken goed ingeregeld moesten worden.
Dat gold ook voor de directie van de Staatsmijn Hendrik uit Brunssum. In samenspraak werden de arbeidsvoorwaarden verbeterd, werden huizen voor de Koempels gebouwd en werd de nodige energie gestoken in de aanleg van recreatie. De Koempels en de directie van de Staatsmijn Hendrik richtten dan ook de voetbalclub Rhenania op, die na twee naamswijzigingen vanaf 1936 uiteindelijk bekend zou staan als SV Limburgia.
SV Limburgia: Een mijnwerkersclub
Limburgia is vervlochten met de mijnbouw. Het laatste knusse en gezellige sportterrein van Limburgia lag tegen de indrukwekkende Staatsmijn Hendrik aan, waar de schachttoren als een bewaker over het sportterrein waakte. Het stadion het lag aan de rand van de kolonie, waar de mijnwerkers woonden. Het was ook niet verwonderlijk dat het stadion al snel uitgroeide tot een sociale ontmoetingsplaats, waar de koempels lief en leed met elkaar deelden. Om de verbondenheid met de mijnen te benadrukken, bevatte het logo van Limburgia het meest belangrijke gereedschap van de Koempel; De hamer. Het duurde niet lang voordat de club aansloeg in de Brunssumse gemeenschap en populair werd. In 1939, 19 jaar na de oprichting, promoveerde Limburgia naar de hoogste klasse en na de tweede wereldoorlog boekte Limburgia diverse successen.
Spelers waren mijnwerkers
Die successen waren juist erg mooi. De toenmalige spelers van Limburgia waren stuk voor stuk bovengrondse of ondergrondse mijnwerkers, die voor de eer van hun collega’s in het weekend op het voetbalveld streden. Als je de seniore mensen uit Brunssum mag geloven, was de wisselwerking tussen publiek en spelers daarmee ook zeer speciaal. De ‘Koempels van Hendrik’, zoals ik uit de mond van een van deze mensen optekende, brachten die verbondenheid duidelijk naar voren.
Lief en leed in en rondom de mijnen
Maar er werd ook leed gedeeld. In de Staatsmijn Hendrik vielen 187 Koempels en op 24 maart 1947 vond de ergste mijnramp in de Nederlandse geschiedenis plaats. In de Staatsmijn Hendrik brak een hevige brand uit, die aan 13 mensen het leven kostte. Het elftal van Limburgia bestond uit louter mijnwerkers, die hun kameraden en familieleden tijdens deze ramp hadden verloren. De verslagenheid was groot, mensen dromden rondom de mijn en in het stadion samen om het verlies te verwerken en het bestuur van Limburgia besloot, samen met de directie van de Staatsmijn Hendrik, een verzoek naar de KNVB uit te doen gaan om de aankomende uitwedstrijd tegen PSV uit te stellen. Ieder normaal en invoelend mens zou dit verzoek ingewilligd hebben, maar de KNVB gaf aan dat dit verzoek nonsens was en dat Limburgia gewoon tegen PSV diende te spelen. Oh, en mocht Limburgia weigeren te spelen, dan zou het ook nog eens twee punten aftrek krijgen. De reacties in het Limburgse waren furieus, zo tekent de volgende tekst uit 1947 op. “De houding van den KNVB is onverklaarbaar als wij bedenken dat voor Limburgia op Paaschmaandag geen wedstrijd werd vastgesteld. De motiveering van den KNVB “wegens het vergevorderde seizoen” blijkt dus slechts een “wassen neus” en kan slechts als dictatuur gebrandmerkt worden. Tenslotte willen wij hier nog aan toevoegen, dat ons bij de uitstel-weigering werd gezegd, dat ’t gewenscht was om zoo spoedig mogelijk naar normale verhoudingen terug te keeren. Als wij dan echter bedenken dat op dat moment slechts 6 van de 13 slachtoffers geborgen waren en dat men ons verplichtte te spelen, terwijl er nog 4 overleden arbeidskameraden waren opgebaard, krijgen wij een heel eigenaardig idee over de opvattingen van de betreffende Heeren. Het geheel heeft bij de Mijnbevolking een misselijken indruk gemaakt en wij willen dit artikel dan ook niet besluiten zonder een felle aanklacht tegen het KNVB-Bestuur in deze kwestie. Een protestschrijven van dezelfde strekking is inmiddels aan het KNVB-Bestuur verzonden.”
Limburgia landskampioen
Misschien is het wel de onmenselijke houding van de ‘Hollandse KNVB’ die Limburgia in de jaren daarna tot grote hoogte stuwde. Drie jaar na de pijnlijke mijnramp bereikte Limburgia haar grootste succes ooit. Op 24 juni speelde Limburgia in Amsterdam tegen Ajax. Indien Limburgia deze wedstrijd zou winnen, dan mocht het zich Nederlands kampioen noemen. Een, voor die tijd, ware exodus vond plaats. Maar liefst 2000 Limburgia fans reisden af naar Amsterdam en zagen hun favoriete club in het Olympisch Stadion met maar liefst 0-6 van Ajax winnen. Limburgia speelde verrassend, fris en open en Ajax had geen antwoord op het spel van de Limburgers. Dat het na afloop feest was in Limburg, geeft het videofragment op Youtube wel aan.
Het verval van Limburgia
Na het kampioenschap ging het minder met Limburgia. De invoering van het betaalde voetbal betekende veel concurrentie voor de club en de club kon de goede tijden van de jaren ’40 en ’50 niet doen herleven. In 1963 degradeerde de club naar de 2e divisie. In 1970 overdonderde de KNVB iedereen met de aankondiging dat het betaalde voetbal gesaneerd zou worden. Aan het eind van het seizoen 1970/1971 zouden 11 clubs het betaald voetbal moeten verlaten. Iedere club stemde voor de sanering, zonder echt te weten op basis van welke criteria deze sanering uitgevoerd zou worden. Limburgia was echter de enige club die tegen stemde. Het bestuur wilde toch wel erg graag weten op basis waarvan de KNVB zou gaan snijden. De schok was voor Limburgia en de andere clubs des te groter toen de KNVB dit op basis van het gemiddeld aantal toeschouwers zou gaan doen. Limburgia, een vereniging met een zeer gezonde financiele huishouding, was een van de slachtoffers en werd de het Nederlands bondje naar de amateurs teruggezet. De eerste twee decenia in het amateurvoetbal waren redelijk succesvol voor de Limburgse club en de kampioenschappen in de jaren ’70 werden meestal door 12.000 mensen bijgewoond. Hoezo weinig publieke belangstelling? In de jaren ’90 raakte Limburgia in verval en het fuseert met RKBSV tot BSV Limburgia. Het vertrouwde terrein aan de Venweg werd verlaten en het eens roemruchtige stadion lag er verlaten bij. De gronden werden opgekocht door een projectontwikkelaar en het stadion werd gesloopt.
De sloop van het stadion
Je zou denken dat er een Vinex wijk op deze gronden geplempt zou worden… Dan heb je het gedeeltelijk correct. Waarschijnlijk is de architect van deze nieuwbouwwijk een voetballiefhebber, want hij besloot een magistraal idee tot uitvoer te brengen. De huizen op het voormalige speelveld zouden namelijk moeten herinneren aan het oude stadion. De buitenste huizen werden de tribunes, met daken die van de rand van de wijk naar het midden van de wijk aflopen, en de middelste huizen werden expres laag gebouwd. Waar ooit eens de middencirkel van Limburgia lag, ligt nu een plein met een levensgroot logo van de Brunsumse club. Als je op het logo staat en je kijkt rond, dan kun je denkbeeldig nog de tribunes en het publiek erop zien. De naam van de straat is dan ook toepasselijk en het is een prachtige ode aan Limburgia: Het Limburgia plantsoen. Mocht je binnenkort een wedstrijd van Fortuna Sittard of Roda JC zien; Ga er gewoon eens langs. Er zijn maar weinig Nederlandse gemeentes waar Vergane Glorie op zo’n prachtige wijze geëerd wordt.