Vergane Glorie: De Bosuil
“De Hel van Deurne”… In een ver verleden deed de naam alleen al de knieën van de tegenstanders knikken. Terwijl 60.000 fanatieke Belgen een helse sfeer maakten, zaten de uitspelende teams zich al bevend in de kleedkamers voor te bereiden, wetend dat de thuisspelende ploeg, het Belgisch nationaal elftal of Royal Antwerp FC, eigenlijk al met een 1-0 voorsprong aan de wedstrijd begon. De Bosuil, zoals het stadion in de volksmond genoemd wordt, is een waar begrip in Europa en is een oude, ruwe parel tussen alle moderne arena’s en schoenendozen, die pretenderen een voetbalstadion te zijn. Nee, in de Bosuil kun je nog genieten van de geur van worsten. Je kunt opeens door je bankje of stoeltje heen zakken, omdat het na 85 jaar intensief gebruik door en door verrot is. Of je vraagt je ineens af waar die doordringende rioollucht vandaag komt en opeens blijkt achter je een massale pisbak voor 60 man te staan. Je proeft het; hier ligt authentieke voetbalgeschiedenis.
Successen van Royal Antwerp: Nieuw stadion
De geschiedenis van het Bosuil Stadion start in de begin jaren ’20 van de vorige eeuw. Royal Antwerp FC, de huidige bespeler van het Bosuil Stadion, kreeg te maken met een grote toeloop van mensen en het toenmalige stadion aan de Broodstraat (in ’t Kiel) kon de belangstelling van mensen niet meer aan. Een zoektocht naar nieuwe gronden in ’t Kiel en omgeving bracht niets op en de hoge grondprijzen (30 Belgische Franc per vierkante meter, 0,75 Euro) zorgden ervoor dat het bestuur van RAFC naar andere locatie ging kijken. Aangezien men 8 hectare grond nodig had, zou de aankoop van de grond alleen al 75.000 Euro kosten. Een budget waarin men eigenlijk ook de bouw van het stadion in had voorzien. De gemeente Deurne bood uitkomst. Voor slechts 1 Franc per vierkante meter mocht men de gronden aankopen en al snel was de aankoop beklonken.
Procedurele problemen rondom het stadion
Toen kwam het volgende probleem om de hoek kijken. Om het stadion te bouwen, moesten er ‘commerciële activiteiten’ ontplooid worden en de strenge statuten van de Belgische voetbalbond stond deze ‘commerciële activiteiten’ niet toe. Om deze te omzeilen werd Royal Antwerp FC een VZW (Vereniging Zonder Winstoogmerk, in Nederland gewoonweg een Vereniging) en daarnaast werd de Naamloze Vennootschap Antwerp Stadion opgericht. Met deze oplossing kon de bouw van een modern stadion, dat plaats bood aan 38.000 mensen en de beschikking had over een sintelbaan, van start gaan. Op 1 november 1923 werd De Bosuil officieel ingehuldigd voorafgaand aan de eerste voetbalwedstrijd België – Engeland (2-2). Het nieuwe stadion lag in de buurt van het tuinencomplex Boschuil, en al snel werd het stadion in de volksmond “De Bosuil” genoemd.
De Hel van Deurne
De Belgische voetbalbond besloot al snel om diverse interlands in het stadion te laten spelen. Memorabel werden de vriendschappelijke interlands tussen Nederland en de Rode Duivels, waarbij de bloeddruk aan Belgische zijde dusdanig omhoog ging, dat er al snel werd gesproken van de Hel van Deurne. Om de massale toeloop van de Belgische fanatieke voetbalsupporters op te vangen, werd het stadion in 1937 en 1956 uitgebreid, naar een uiteindelijke capaciteit van 60.000 mensen. Met name in de periode 1950 tot 1956 kreeg De Derby van de Lage Landen een aparte dimensie; Het Nederlands elftal verloor namelijk 6 keer op rij in De Hel van Deurne. De Belgen waren natuurlijk lyrisch dat ‘de diknekken uit Holland te kakken werden gezet’ en de Nederlanders zwoeren wraak, die jaar in, jaar uit, uitbleef. In 1977 besloot de KBVB de publiekstrekker België – Nederland naar het Heizelstadion in Brussel. Op 12 oktober 1988 fungeerde De Bosuil voor de laatste maal als gastheer van de Rode Duivels en werd op het veld de wedstrijd België – Brazilië (1-2) afgewerkt.
Jaren ’90: De Bosuil is verouderd
Het zou de laatste interland worden, want De Bosuil was in een zeer slechte staat. In 1991 werd een van de grote staantribunes achter een doel afgebroken en werd er een ware doodzonde begaan. In plaats van de indrukwekkende oude staantribune te vervangen door een nieuwe, besloot men het lelijkste bouwwerk in een Europees voetbalstadion op te trekken; Het Atrium Complex, waarin 800 business seats werden gebouwd. Het complex is een nietszeggende witte kolos, die totaal niet past in de sfeer die De Bosuil uitademt.
Ergens halverwege de jaren ’90 kwam ik voor het eerst met De Bosuil in aanraking. Ik bezocht het stadion en ik stond verbaasd dat op de andere tribune achter de doelen de borden “niet springen in verband met instortingsgevaar” stonden. Je raadt het inderdaad goed, door achterstallig onderhoud stortten bepaalde gedeeltes van de andere tribune achter het doel in. De situatie werd zo erg, dat Royal Antwerp FC in het seizoen 1997/1998 haar thuiswedstrijden niet meer in De Bosuil mocht spelen, omdat de veiligheid van de toeschouwers niet gegarandeerd kon worden. De Bosuil werd tijdelijk gesloten en de afgelaste wedstrijden voor Antwerp stapelden zich op. Het gevolg was dat Antwerp dat seizoen naar de Tweede Klasse degradeerde.
EK2000: Wellicht een nieuw stadion?
Ondertussen lanceerde de stad Antwerpen het initiatief om zich kandidaat te stellen als speelstad voor het EK in 2000. De bedoeling was dat er op het complex van De Bosuil een nieuw stadion, a la Geldredome, gebouwd zou worden. Door politiek spelletjes is de afbraak van De Bosuil niet doorgegaan en is het Eurostadion nooit gebouwd. De sportieve impuls waarvoor het nieuwe complex had kunnen zorgen, bleef uit. Antwerp voorzitter Wauters zocht naar andere initiatieven en met behulp van private investeerders kon de andere tribune achter het doel afgebroken worden. Hier werd uiteindelijk de huidige zittribune gebouwd.
Een prachtig nostalgisch allergaartje
Tegenwoordig is De Bosuil een wonderbaarlijk allergaartje van tribunes, mislukte business seats, een prachtige hoofdtribune en een indrukwekkende tribune aan de lange zijde. De Hel van Deurne doet zijn naam toch wel met recht eer aan. Ondanks dat je de naam aan de andere kant ook kunt uitleggen als synoniem voor het verval van het Belgisch voetbal, heeft het stadion iets… Iets magisch en iets ongrijpbaars. Als je op de tribunes staat, of midden op het veld staat, voel je gewoon dat hier geschiedenis is geschreven. Ik kan me haast de oude klassiekers uit de Derby van de Lage Landen inbeelden
De prachtige klassieke hoofdtribune, die nog dateert uit 1923, is een afgebladderd monument, met onregelmatige trappen en tribunedelen. In het midden is een ‘eretribune’ met houten stoeltjes gesitueerd, en aan beide zijden staan afbrokkelende, betonnen statribunes. Het dak bestaat uit een mozaïek van golfplaten en als je pech hebt, zit je net onder een lek. De dug-outs van De Bosuil lijken op oude bushokjes. Op de ijzeren frames zit roest, het plexiglas is mat van het vuil en de bankjes van de reserves bestaan uit twee planken. Het stadion is voor de nostalgische voetballiefhebber een waar feest!