IJsselmeervogels – Spakenburg
Twee weekenden per jaar richt de nationale voetbalbelangstelling zich op het vissersdorp Bunschoten-Spakenburg. Tijdens deze twee weekenden splijt de hechte vissersgemeenschap uit het Utrechtse dorp zich in een “rood’ kamp en een “blauw’ kamp. Normaliter verbroedert sport de mensen, maar wanneer de IJsselmeervogels en V.V. Spakenburg het tegen elkaar opnemen is het vissersdorp een weekend lang een podium van tegenstellingen. Voetbalfanaat als ik ben, besloot ik samen met Rik naar het Utrechtse dorpje af te rijden en we togen met hoge verwachtingen rond een uur of 11 uit het Brabantse land richting Amersfoort. Tijd voor IJsselmeervogels – Spakenburg
Na een kleine anderhalve uur rijden, naderden we de weg richting Bunschoten-Spakenburg. De entree in Spakenburg hadden we ons niet anders kunnen voorstellen; Via een veel te smalle dijkweg konden we de auto direct bij het stadion van de IJsselmeervogels kwijt. Hup, de auto uit en de koudte sloeg ons direct om de oren. We besloten onze spieren maar eens te rekken en op te warmen, door het stadion van IJsselmeervogels aan een grondig onderzoek te werpen.
Het moge gezegd worden, de IJsselmeervogels hebben alle faciliteiten die je bij een modale eerste divisie club verwacht; tribunes rondom het veld en een heuse sponsortribune met aanpalende ontvangstruimten. De binnenkant van het stadion zouden we later te zien krijgen en we togen naar het centrum van Spakenburg. Na een kleine 50 meter kregen we echter de volgende verrassing: Het stadion van Sport Vereniging Spakenburg! Het is grappig en verbazingwekkend om te zien dat “rood’ en “blauw’ hun sportcomplex zo dicht tegen elkaar aangebouwd hebben. Na ook dit stadion bekeken te hebben (ook het complex van Spakenburg heeft alle faciliteiten van een modale eerste divisieclub), maakten we een rondje door het centrum om eens wat sfeer op te snuiven.
Uit de uitdossingen die mensen droegen bleek wel dat de derby flink leeft in de Spakenburgse gemeenschap. Kinderen gingen of rood, of blauw geschminkt over straat, volwassenen waren in hun favoriete clubkleuren gekleed en de seniore mensen lieten hun clubliefde ook met een subtiel gekleurde stropdas of een subtiel gekleurde sjaal blijken. Het kleine centrum van Spakenburg was niet echt noemenswaardig te noemen, dus togen Rik en ik naar het complex van de IJsselmeervogels, in afwachting van wat er komen zou gaan. In de tussentijd dat we afwachtten, stroomden de mensen binnen en zochten hun plekje in het stadion op. In een gemoedelijke sfeer praatten de Spakenburgers bij en leefden vooruit naar de wedstrijd. Wat ons opviel was dat het er allemaal vrij relaxt aan toeging en dat iedereen zonder zichtbare spanning naar de wedstrijd toeleefde.
Tijdens de wedstrijd begon ons de gehele sfeer rondom de rivaliteit ons echter een beetje tegen te vallen. De sfeer was niet gespannen zoals je bij een stads- of streekderby normaal proeft, sfeer werd op AZ-plichtmatige wijze gemaakt met funklappers, gezang hoorde je weinig en vaak kon je een speld horen vallen in het Spakenburgse.
Gelukkig maakte de wedstrijd onze reis nog enigszins goed, doordat daar wel gestreden werd voor iedere meter. Aangezien ik wel van het Engelse kick-and-rush voetbal hou en ik (en ik denk ook Rik) noeste arbeid meer waardeer dan technisch hoogstaand voetbal, konden we de eerste helft nog goed uitkijken.
Bij de 0-2 voor Spakenburg in de tweede helft vonden we het welletjes en besloten we enigszins teleurgesteld richting het Brabantse land terug te keren. Uit alles blijkt dat de wedstrijd voor de mensen uit Spakenburg veel betekent, maar er heerst niet de derbysfeer die in de media geschetst wordt. De sfeer die middag was mak en haast plichtmatig te noemen en nadert geen enkele vergelijking die de media schetsen met de rivaliteit tussen NAC en Willem II, of FC Twente en Heracles Almelo. Misschien hadden we onze verwachtingen te hoog gelegd, misschien zijn we te veel het fanatisme bij NAC gewend, of misschien moeten we een rasechte Spakenburger zijn om er helemaal in te zitten. Wij proefden meer een vriendelijke broedertwist met de wedstrijd IJsselmeervogels – Spakenburg, in plaats van de rivaliteit en we gaan maar weer eens toeleven naar een volgende stads- of streekderby die in de toekomst op het programma staat.