Belur: Een nadere kennismaking met het Hindoeïsme

Belur

Zo, even heerlijk relaxen na een week vol stress, darmklachten en lichte griepaanvallen. Het heerlijk relaxen begon gisteren, toen Laurens, een Indiase collega en ik een rondtocht door Karnataka maakten en we daarmee diverse plaatsen bezochten. Uiteindelijk zijn we een kleine 14 uur op pad geweest en lag ik gisteren rond een uur of toen in mijn bed. Vanochtend was ik er vroeg uit en zocht ik de sportschool op. Even lekker twee uur lang zweten in de cardio- en fitnesstoestellen… Heerlijk! Nadien wat boodschappen gedaan en tenslotte heb ik een verdiend bakje cappuccino bij de Coffee Day gedronken. Na wat leuke telefoontjes met het thuisfront, leek het me wel handig om mijn belevenissen neer te pennen… Bij deze dus.

De dag begon gisteren om 0700 uur, toen Mr. Rathan toeterend bij mij voor kwam rijden. Na Laurens opgehaald te hebben, togen we richting het plaatsje Shravanabelagola (drie maal woordwaarde), waar we een kleine 3 uur later arriveerden. Shravanabelagola is een van de oudste en belangrijkste Jain pelgrimsoorden in India en de plaats waar een 18 meter hoog beeld van Gomateshvara staat. Dat beeld was onze eerste bestemming, dus parkeerden we de auto en -na de verkopers en bedelaars afgeschud te hebben- togen we richting de ingang.
Het beeld staat op een heuvel die te bereiken is via een trap met meer dan 600 treden. Goed, dat is leuk om je conditie te trainen dus vol goede moed toog ik richting de trap, totdat ik Mr. Rathan iets hoorde roepen. Ik draaide om en zag wat hij bedoelde; We betraden een tempelcomplex, dus moeten de schoenen uit. Ah… Ok… Na dat gedaan te hebben, begonnen we alsnog vol goede moed aan de beklimming van de heuvel en stonden we een kwartiertje later boven.
Allereerst betraden we een complex met wat tempels en een plateau waarvan je een adembenemend uitzicht had over de streek. Na de binnenkant van de tempel te hebben gezien en even genoten te hebben van het uitzicht, klommen we verder naar boven om het beeld van Gomateshvara te bekijken.

Eenmaal boven aangekomen, betraden we een ander plateau, met een nog mooier uitzicht over de prachtige omgeving van Shravanabelagola. Maar aangezien we toch al boven waren, wilden we nu toch eerst het beeld en het binnenste gedeelte van de tempel bekijken. We overwonnen nog wat extra treden en we betraden het heiligste gedeelte van deze tempel: Een plein waar het Gomateshvara-beeld staat.
Het was een prachtige gewaarwording. Het imposante beeld stak prachtig af tegen de blauwe lucht en voor ons was het een mengelmoes van mensen die mediteerden, beden, rondliepen of een priester om raad en advies vroegen. Ik zette me tegen een pilaar aan en schouwde het indrukwekkende beeld aan. Mijn ogen vielen al snel op een jonge man en vrouw, die blijkbaar met een soort van meditatie bezig waren. Voor de twee lag een plank, met daarop water, eten en een lege schaal. Tijdens hun `meditatie` (ze waren blijkbaar in een soort van trance) zat men in de bekende Boeddhazit en wisselde men de serene rust af met het samen vastpakken van het water en eten, om deze in een schaal te mengen.
Daarna viel mijn blik op een schouwspel dat zich aan de voet van het beeld van Gomateshvara. Mensen liepen in een Kora (zo noemt men een ronde met de klok mee om een heilige plaats in Tibet, weet de Indiase benaming niet) langs de voeten van het beeld, waarbij een priester de mensen zegende door bloesems en bloemen op de kruin te strooien. Ondertussen was er ook een klas met schoolkinderen binnengekomen en bekeken het -net als ik- met volle interesse aan. Helaas wilde de rest weer verder, dus daalden we de heuvel af, sloegen de rest van de indrukwekkende tempels over, pakten de schoenen en stapten we de auto in om naar de volgende bestemming te gaan: De lunch in het plaatsje Hassan.

Hassan is een plaatsje waar weinig te beleven valt (maar wel centraal ligt ten opzichte van Shravanabelagola, Belur en Halebeedu (of Halebid)). Na lekker op zijn Indiaas geluncht te hebben, togen we richting onze volgende stop: De Hoysaleswara tempel in Halebeedu. Daarvoor moesten we een kleine 40 kilometer door het platteland van Karnataka rijden. En die rit was echt prachtig. Via plattelandswegen (die geasfalteerd waren) kregen we het ene prachtige uitzicht na het andere voorgeschoteld. Meren werden afgewisseld door ruige heuvels en de kokosnootboerderijen en rijstplantages vlogen aan ons voorbij. Enkele malen stopten we om het landschap nader te bekijken en om wat fotootjes te schieten.
De hele rit kwam vredig over. Het is een ruim contrast met het hectisch en booming Bangalore en de beelden van het platteland deden me herinneren aan de prachtige tijd die ik in 2005 in de buurt van het Chinese Yuangshou had. Net zoals daar, had ik hier het gevoel dat ik op deze plaats gerust een paar jaar zou kunnen leven; Palmboompje hier, riviertje en meertje daar… Alles deed heerlijk aan.

Toch moesten we weer verder, en al snel bereikten we de Hoysaleswara tempel in Halebeedu. Was Shravanabelagola mooi, deze tempel was indrukwekkend. De bouw van de tempel begon rond 1120 en na 80 jaar bouwen vond men, ondanks dat de tempel nog niet af was, het wel welletjes. Op afstand denk je bij jezelf `huh? 80 jaar over zo`n simpel ding?`, maar als je je schoenen uittrekt, het tempelcomplex betreedt en een rondje om de tempel loopt, dan zie je waarom er 80 jaar over gedaan is. De gehele buitenkant is bekleed met kleine beeldjes, die verscheidene verhalen uitbeelden over de Hindoegoden, hun sagen en oorlogen en het leven van de koningen van Hoysala (gebied waar Halebeedu in lag). Het detail van de beeldjes, de beelden en de verhaallijn is indrukwekkend en nu pas snap je waarom er 80 jaar over deze tempel is gedaan.

Aan de oostkant van de tempel ligt een bijtempel, waarop Nandi staat. Het beeld (dat oneerbiedig gezegd op een nijlpaard lijkt) trekt veel mensen die het beeld aanraken, in gebed gaan en een ronde om het beeld lopen. Nadien ben ik de tempel binnen gegaan. Toen ik de tempel binnenstapte maakte een kriebelig gevoel op mijn maag me duidelijk dat deze plaats wel een heel speciale plek moet zijn (geweest). Helaas was het binnen te donker om alles aan een nader onderzoek te werpen, dus toog ik naar buiten, waar de rest op mij stond te wachten. We togen naar het plaatsje Belur, waar de laatste halte van de dag zou zijn: De Channekeshava tempel.

Deze tempel is nog steeds in gebruik en staat al een kleine 9 eeuwen in Belur. Het tempelcomplex is indrukwekkend en ik besloot eerst een rondje door het complex te maken, voordat ik de hoofdtempel in zou gaan. Dat besluit was een goed besluit, want in een van de bi-jtempels beleefde ik een klein spiritueel hoogtepuntje van de dag.
In een van de bijtempels, waar veelal vrouwen rondliepen, stond een Brahman die diverse zegeningen deed en heilig water aan mensen gaf. Meestal staat deze priester in de buurt van een beeld van een Hindoegoed en dat was in dit geval ook. Ik zette me teruggetrokken in een hoek en aanschouwde diverse gebeden richting de Hindoegod, waarbij de Brahman het heilige water aan mensen gaf (wat men dan gedeeltelijk moet opdrinken en over het voorhoofd en de kruin moet besprenkelen.) en incidenteel een zegening aan mensen gaf.
Terwijl ik me focuste op een vrouw die diep in gebed zat, voelde ik me bekeken. Ik keek rond en snapte waarom. Iedereen keek mijn kant op en de Brahman vroeg met een gebaar of ik niet naar voren wilde komen. Dit deed ik en de Brahman begon op zijn uiterste best mij in gebrekkig Engels de bedoeling van de rite uit te leggen. Na een kleine 5 minuten van uitleg keek hij mij aan, keek ik hem aan en in een soort van trance keken we elkaar nog een kleine 2 minuten aan zonder iets te zeggen. De uitwisseling van blikken werd onderbroken, doordat de Brahman zijn lepeltje pakte en wat water over me besprenkelde. Na een groet aan de betreffende god liep ik beduusd weg.
Toen ik wegliep, realiseerde ik me dat ik de betreffende priester helemaal niet bedankt had. Ik keerde om, liep naar hem toe en groette hem met gesloten handpalmen en bedankt hem voor de mooie ervaring. De betreffende Brahman beantwoorde mijn groet met een vriendelijke knik, prevelde enkele zinnen in een voor mij onverstaanbare taal (waarschijnlijk Hindi) en we groetten elkaar weer.
De bij-tempel uitlopend, kwam een mevrouw me achterna en schoot me buiten in gebrekkig Engels aan met de vraag waar ik vandaan kwam. Na wat minuutjes met elkaar gepraat (alhoewel het meer steekwoorden en handgebaren waren) te hebben, vroeg ik me toch af wat de betreffende Brahman gepreveld had. De vrouw gaf aan dat het hele mooie positieve woorden waren, die zij helaas niet in het Engels kon vertalen. Na een paar minuten namen we afscheid en liep ik nog een rondje door het complex heen.

Ik kwam de rest aan het einde tegen, die blijkbaar -hoe kan het ook anders- op me stonden te wachten. Ik gaf aan dat ik nog snel een rondje om de hoofdtempel wilde maken. Toen ik dat rondje om de hoofdtempel liep, viel mij de vele vrouwelijke danseressen op, die in erotische poses op de tempel waren gepositioneerd. In de Lonely Planet las ik later dat de voorkant van de tempel gereserveerd is voor danseressen en mensen uit de Kama Sutra en de achterkant is gereserveerd voor de Goden. De volgende keer zal ik dan toch maar eens beter opletten dan 😉

Ik keerde terug naar het gezelschap en we togen weer richting Bangalore, alwaar ik rond de klok van 2200u moe, maar voldaan mijn bed indook.

Copyright 2003 - 2021 by Martijn Mureau, all rights reserved. For use of this website, please refer to the pro-claimer