Gastartikel Standard Liège: Je déteste mauve
Onderstaand artikel is op 18 september 2011 op de website standardfans.be gepubliceerd. Op verzoek van de redactie van deze website heb ik mijn herinneringen aan Standard Luik in een artikel geschreven. Aangezien ik Standard Luik een bijzondere club vind, heb ik hier gehoor aan gegeven en ben ik tot onderstaand stuk gekomen.
Als ik mijn herinneringen aan Luik ophaal, dan schieten gelijk mijn gedachte als kind naar binnen, toen ik met mijn ouders van Nederland, via Luik, op vakantie naar Luxemburg reed. Een grauwe en rauwe stad, flink vervuild, met vieze fabrieken en mensen met een bedrukt gezicht.
Als kind vroeg ik me af wie er in hemelsnaam in deze troosteloze teringbende zou kunnen wonen. Misschien is dat ook wel de reden dat ik Luik in voetballend opzicht tot mijn twintiger jaren links heb laten liggen.
Ontzettend jammer, kwam ik later achter. Ergens in 2005 maakte ik voor het eerst kennis met De Hel van Sclessin. Ik had toen al redelijk wat wedstrijden achter me naam staan, maar wat ik op die gure herfstdag in oktober zag deed me even met mijn mond open staan. Fanatieke steun en lawaai van alle kanten, een orgasme aan geluid en passionele ondersteuning en een wisselwerking tussen publiek en spelers die me versteld deden staan. De fans van de Hellside, Ultra’s Inferno en wat andere sides zweepten de spelers op en de spelers zweepten vervolgens weer de fans op. Ik stapte onder de indruk en met suizende oren mijn auto in en dacht bij mezelf “wow!”. Dit was qua sfeer en ambiance absoluut een van de vetste wedstrijden die ik in mijn leven had gezien.
Enkele jaren geleden maakte ik op een andere manier kennis met Standard Luik en haar fans. Onder de rook, of beter gezegd ‘tussen de stralende atomen’, van de kerncentrale Huy organiseerden enkele fans van de Hell side een voetbaltoernooi voor supporters. Met een stel maten uit Breda besloten we dat toernooi ook eens te bezoeken en we kwamen uiteindelijk aan toen het toernooi afgelopen was en iedereen al lekker aan het bier zat.
Ik raakte in de derde helft aan de praat met een Waal, die wonderbaarlijk goed Engels sprak. Het was echter een Standard supporter die, aan zijn lichaam te zien, nogal wat uurtjes in de sportschool doorbracht en een uitstraling had die… nah, laat ik het maar zo zeggen dat ik als supporter van de tegenpartij niet op mijn gemak naast hem zou zitten en alvast voor de zekerheid een ambulance voor mezelf zou bestellen.
Desalniettemin was het gesprek met deze fanatieke Standard supporter erg leuk. We praatten over de, toen voor mij onbegrijpelijke, band met FC Den Bosch, over elkaars ervaringen met Standard en de club die ik ondersteun en over de derby’s. In die tijd dacht ik dat de belangrijkste wedstrijd voor Standard die tegen Charleroi was. Een grove fout, waar ik achter kwam toen ik een naïeve opmerking over Anderlecht maakte. De sfeer in het gesprek sloeg gelijk om, de fanatieke Standard fan spuwde vuur uit zijn ogen en in gedachte hoorde ik al mijn kostbare 206 botjes al breken. Tot mijn grote verbazing gaf deze meneer aan dat ik niet beter kon weten en begon prachtig te vertellen over zijn emoties, haat en herinneringen met betrekking tot Anderlecht. Het zat diep bij hem, zeer diep. Zelfs zo diep, dat hij een andere vriend van me met de woorden ”je déteste mauve“ sommeerde om zijn paars t-shirt uit te trekken en in de vuilnisbak te gooien. Paars is Anderlecht en daar moeten ze in Luik niets van hebben. En ondertussen verhaalde hij verder over de onderlinge wedstrijden tegen Anderlecht en wat Standard voor hem betekende.
Op een gegeven moment gaf hij aan dat Standard Liège niet zomaar iets is; Standard en de kleur rood zit in je bloed en de fans vormen het hart van de club. En daar raakte hij de kern; De fans bepalen inderdaad de hart van hun club en er zijn maar weinig clubs in de Benelux waar dat echt gebeurt. Goed, in Nederland heb je er een hand vol en in België ook. Volgens mij staat Standard toch wel erg hoog in de top 3 van clubs in de Benelux die echt het hart van de club vormen.
Ondanks dat Standard Liège vanaf 1983 24 jaar lang niet de titel heeft kunnen winnen, werd Les Rouches beschouwd als een topclub. De fanatieke en felle ondersteuning van haar fans hebben zeer zeker een grote invloed gehad dat Standard in die periode tot de top 3 in België werd gerekend. Er zijn veel clubs die jaloers zijn op deze ondersteuning en ook in de moeilijke jaren bleven de fans Standard trouw.
Eigenlijk gun ik de Standard fans de successen; Zo’n mooie supportersschare verdient gewoon prachtige wedstrijden, successen en eeuwige glorie. Maar ik was toch een beetje ontdaan toen enige tijd geleden bekend werd dat Standard Liège serieus bekijkt om Sclessin definitief achter zich te laten. Weg van de vertrouwde locatie en weg van de buren van Cockerill, om de prachtige, steile en intimiderende tribunes van Sclessin om te ruilen voor een nietszeggende betonnen schoenendoos.
Als ik Standard Liège bezoek dan is niet alleen de sfeer iets waar ik onder de indruk van ben. De machtige, verroeste en grauwe fabrieken die tegen Sclessin liggen voeren je terug in de tijd, toen Luik nog gebukt ging onder de industriële revolutie. Als ik in het uitvak zit (en dat gebeurt op Sclessin vaak), dan loop ik altijd graag een rondje rondom Sclessin om de sfeer op te snuiven. Tijdens deze eerste wedstrijd had ik mijn auto ergens tussen de zware industrie van de Cockerill gezet en ik voelde me net een fabrieksmedewerker die de depressie van de fabriek achter zich wilde laten en eventjes twee uur met zijn kameraden zijn club fanatiek wilde steunen. Deze rare gewaarwording zweepte me al op en maakte me nieuwsgierig naar de wedstrijd van Standard. Maar er is meer. De drommen en slierten met mensen die over de Maas via Pont d’Ougrée de oversteek maken naar Sclessin doen me altijd even met bewondering kijken. De grote menigte die altijd de straten rondom het stadion bezet en gezellig met de nodige liters bier naar de wedstrijd toeleeft, versterkt dat gevoel voor kameraadschap alleen maar. Het gezang, de verhalen, de sfeer en Het Rood versterken dat speciale gevoel alleen maar.
Niet alleen de fans maken de club, maar ook de locatie. Een bezoek aan Luik voert je namelijk mee naar indrukwekkende Zuid-Europese taferelen, Belgische gastvrijheid en het rauwe industrieel verleden van Luik. Ik denk dat die drie zaken het maken dat Standard Liège een prachtige club is, waar er maar weinig in Europa van zijn.