(Bijna) verdwaald in de bergen rondom Dali

Dali

“Godsamme, welk pad moeten we nu weer nemen?” Vloekend kijk ik om me heen en kijk daarna naar Michiel, Karin, Els en Silvia. Ook zij weten het niet en we besluiten op gevoel een glibberig, zanderig en rotsachtig bergpad te nemen, in de hoop Dali te bereiken. Het begon gisterenavond zo mooi…

In de Tibetan Lodge zaten we met diverse mensen aan onze avondmaaltijd. Omdat ik, vanwege de diarree, een nogal leeg darmkanaal had, besloot ik een overheerlijk bord spaghetti te veroberen. De sfeer was perfect; Allerlei mensen die het avontuur opzochten, zaten in de herberg. Amerikanen die druk hun boottochten aan het bespreken waren, Australiërs die lekker aan het relaxen waren, Nederlanders die aan hun maaltijd zaten en Duitsers die een grote pot met bier voor zich hadden en een stel Fransen een flinke joint aan het roken waren. Als ze nou nog gevraagd hadden -waar iedere Bredanaar over mee kan praten- “Ou est le Coffeeshop”, dan had ik me toch wel even af moeten vragen of ik niet in Nederland zou zitten ;). Tel daarbij vage muziek van onder andere Bob Marley op en je begrijpt waar we in terecht gekomen zijn 😉
In deze mengelmoes werd het idee geboren om de volgende dag (vandaag dus) een heuse hiketocht door de bergen te maken en daarmee enkele kloosters te bezoeken. Dus werd vanochtend extra vroeg opgestaan (0700 uur) en na een Dalai Lama ontbijt, dat bestond uit een overheerlijke mix van fruit, volkoren, yoghurt en kaneelpoeder, besloten we de tocht naar het eerste klooster te aanvaarden.

Dus vanaf een uur of half acht liepen we door het prachtige Dali naar het eerste klooster. Dali is een mooie stad om te zien. Zoals ik gisteren meldde ligt het tegen de bergen aan, wat bij zonsondergang prachtige plaatjes oplevert. Dali is ook redelijk oud en was vroeger de hoofdstad van het rijk van Zhao. De samenkomst van belangrijke wegen en waterwegen voor diverse handelsroutes, zorgde ervoor dat Dali uitgroeide tot een van de belangrijkste steden in Azië in de middeleeuwen. Dit zie je nog steeds terug in het huidige oude Dali. Het oude Dali is omringd door heuse verdedigingswerken en de stad ademt een aparte sfeer uit, waar je je direct in thuis voelt.
Een van de oude overblijfselen uit de glorietijd van Dali is een imposante stadspoort. Toen wij deze poort uitliepen begon het erg te regenen, waarna we elkaar aankeken met de vraag of onze hiking wel een succes zou worden. Maar de lokale bevolking bood uitkomst. We werden door 3 mensen belaagd met de vraag of we voor 1 Yuan (= 0,10 Euro) naar de kabelbaan wilden. “Kabelbaan?” vroegen we ons af… Jazeker, naar het hoogstgelegen klooster scheen een kabelbaan te lopen. We aanvaarden de tocht en enkele minuten later stonden we droog bij de ingang van deze kabelbaan. Daar hebben we een kaartje gekocht en zijn, in regenachtig weer, als echte toeristen naar boven gegaan.
Boven aangekomen zijn we direct het klooster binnengegaan en hebben we ons redelijk verbaasd. Het hele gebeuren was echt gericht op de toeristen, wat ook bleek aan de vele Chinese stedelingen die er rondliepen. We zagen echter een zij-ingang en sneakte daar door naar binnen. Daar doorheen gelopen kwamen we gelukkig aan in een rustiger gedeelte, waar monniken en nonnenMet veel handgebaren, pen en papier maakte men duidelijk dat de tempel een mengeling was van de Boedhistische en de Confisius leer. Ik heb zelfs een tets van een non om mijn oren gehad omdat ik met mijn armen ontbloot liep. De andere nonnen moesten er wel om lachen hoe de non mij in het Chinees toesprak. We hebben nog wat geprobeerd te communiceren (wat gebrekkig lukte) en na een thee en een laatste begroeting hebben we onze weg vervolgd.

 Na nog wat rondgelopen te hebben, zagen we een interessant pad wat naar boven liep. Navraag leerde dat er verderop in de bergen nog meerdere tempels moesten liggen. Dus beklommen we de stijle trappen en kwamen uiteindelijk uit op een soort van bergpad uit. We keken elkaar aan en dachten “ach waarom niet”. We liepen kilometers het bergpad over en vergaapten ons aan de prachtige bergachtige omgeving. Aangezien we de wolkengrens gepasseerd waren, liepen we de ene keer in een mistachtige omgeving, terwijl we de andere keer net boven of onder het wolkendek liepen. Het pad slingerde langs de bergwanden en had soms verrassende views in een diepe valei of op een prachtige afgrond.
Na drie uur geploeterd te hebben werden we van bovenaf door een Chinees geroepen. Hij wenkte ons en maakte ons in gebrekkig Engels duidelijk dat de trap naar boven naar de Drakentempel liep. Vol goede moed liepen we naar boven, passeerden de man met een vriendelijke groet en vervolgden onze weg over een glibberig stenen pad naar de tempel. Het was werkelijk een overlevingstocht, waar ik me letterlijk aan alles moest vastgrijpen om niet op mijn smoel te gaan. Uiteindelijk kwamen we, na een half uur klimmen en ons door allerlei rare bochten gewringd te hebben, uit op een plateau en we keken elkaar aan met de vraag waar die (*&@#%@# tempel was. Michiel was wat slimmer en besloot om een hoek te kijken. Om de hoek zagen we 20 meter boven ons de Drakentempel liggen. Echter… Het pad was slechts 30 centimeter breed en liep over een stijle rotswand (voor de snuggeren onder ons: Dat pad onderbrak die stijle wand dus gedeeltelijk). Een verkeerde stap en je donderde 500 meter naar beneden. Niet zo’n erg goed idee dus, en begonnen we de tocht naar beneden. Ik dacht dat de tocht naar boven een hels karwei was, maar naar beneden was nog erger. Mijn Lowa schoenen hadden om een of andere reden geen grip op het slibberige pad en ik gleed iets te vaak uit.

Nadat we beneden aangekomen waren, hebben we onze weg langs het bergpad weer gevolgd. Urenlang hebben we ons vergaapt aan de prachtige natuur in de bergen. Het grootste nadeel was dat we letterlijk bijna elk type weer over ons heen kregen: regenbuien, zon en bliksem. Uiteindelijk hadden we tussen de 20 en 25 kilometer door de bergen en over diverse (zand)paden gelopen en we waren het helemaal zat. We hadden het gevoel dat het pad nergens naar toe zou lopen en we besloten een soort van trap naar beneden te nemen. Na een klein half uurtje en diverse afslagen te hebben genomen wisten we helemaal niet meer waar we in hemelsnaam waren. We waren verdwaald. Ik weet niet hoe lang we doelloos hebben rondgelopen over de kleine en smalle paadjes naar beneden, maar op een gegeven moment hoorde ik Els erg blij roepen dat ze een sigarettenpeuk had gevonden. Peuken betekent mensen en mensen betekent dat we op de goede weg zijn! Na een klein kwartiertje kwamen we zelfs mensen tegen, die ons hemelsbreed aanwezen welke weg we moesten lopen. Na diverse theeplantages en begraafplaatsen te hebben getrotseerd, kwamen we uiteindelijk op een verharde weg uit… Een ware verademing voor onze vermoeide voeten!

Beneden aangekomen zagen we een kraampje, waar we direct wat voedsel en drank hebben gekocht. De eigenaresse zag onze vermoeide gezichten, keek ons glimlachend aan en nodigde ons binnen uit voor een kop thee. We schoven bij haar aan de tafel aan en kwamen lekker bij van de vermoeide tocht. We hebben kort daarna afscheid genomen en we hebben de laatste 10 kilometer per bus afgelegd.

We zijn een klein uurtje geleden in de Tibetan Lodge gearriveerd en we hebben direct een stevige avondmaaltijd genomen. Vanavond ga ik een heerlijke douche nemen en ga ik lekker vroeg mijn bed induiken. Morgen nog even Tai Chi van 0700 uur tot en met 0900 uur nemen en daarna ga ik lekker door Dali wandelen. Rond 1400 uur nemen we de bus naar Lijiang, alwaar we 3 uur later zullen arriveren. In ieder geval heeft Dali een onuitwisbare indruk op mij achtergelaten; het is een stad die ik in de (verre) toekomst absoluut nog eens wil bezoeken!

Copyright 2003 - 2021 by Martijn Mureau, all rights reserved. For use of this website, please refer to the pro-claimer