Op naar Trier en Saarbrücken!

Trier

Vandaag stond een tourtje in Duitsland op het programma. Na gisteren enkele Belgische plaatsen bezocht te hebben, was het nu tijd voor Trier. Her en der hoorde ik zeer goede en positieve verhalen over de stad aan de Moezel en vanochtend sprong ik, na mijn ontbijt, in de auto en toog richting Trier.

Trier, trots van het Romeinse rijk en Duitsland

De inwoners van Trier gaan er prat op dat hun stad de oudste stad van Duitsland is. Zo’n 50 jaar voor Christus trok er een volkje uit Italië rond in deze streken, beter bekend als de Romeinen. De Romeinen stuitten op een stam die de Trevieren heetten en die een nederzetting op de plaats van Trier hadden. De Romeinen stelden de van origine Gallische stam voor een keuze: Sluit je aan bij het Romeinse Rijk, of ga ten onder. Deze Galliërs voelden er, in tegenstelling tot wat we gisteren zagen bij de oude inwoners van Tongeren, niets voor hun kostbaar bloed te vergieten en gaven zich vrijwillig aan de Romeinen over. In 15 voor Christus stichtte keizer Augustus een Romeinse nederzetting op de plaats waar de Trevieren hun nederzetting hadden. Deze Romeinse nederzetting luisterde naar de naam Augusta Trevorum.

Romeinse hoofdstad

De nieuwe nederzetting was bedoeld als hoofdstad van de Romeinse provincie Belgica Prima. De Romeinen brachten de stad tot grote bloei en al snel werd de stad een belangrijk handelscentrum en militair centrum. “Augusta Trevorum” bekt echter niet goed, en dat vond ook de lokale bevolking. Treveris was wat makkelijker uit te spreken en al snel werd de stad onder deze naam bekend. Het toekomstige Trier werd hoofdstad van het West Romeinse rijk, dat zich van Groot Brittannië tot Spanje uitstrekte. Trier werd verheven tot een Romeinse keizerlijke residentie en kreeg de bijnaam Roma Secunda. Aan het einde van de derde eeuw speelde Trier een belangrijke rol in de opkomst van het Christendom in Europa. De stad werd belangrijker en invloedrijker.
Dat eindigde abrupt. In de vijfde eeuw vielen de Franken de streek rondom Trier binnen en verwoestten het gebied en een gedeelte van de stad. Het was een klap die Trier moeizaam te boven kwam. De tweede opbloeiperiode kwam in de 14e eeuw, toen Trier hoofdstad werd van het keurvorstendom Keur-Trier. Na een lange tijd van wel en wee, werd in 1944 één derde van Trier verwoest. Toch zijn er enkele mooie zaken bewaard gebleven.

Prachtige indrukken en monumenten

Toen ik vanochtend Trier binnenreed en mijn auto parkeerde, begon mijn wandeltoch bij de Porta Nigra, oftewel de Zwarte Poort. Deze poort stamt nog uit de Romeinse tijd en is in de kleine tweeduizend jaar dat het ding er staat, pikzwart geworden door de vervuiling. De poort is 30 meter hoog en 36 meter breed en maakte deel uit van de verdedigingswerken rondom Trier ten tijde van de Romeinse overheersing. Het is ook nog eens de hoogste poort uit het Romeinse tijdperk en de best bewaarde Romeinse poort in Noord-Europa.
Toen aartsbisschop Poppe in 1016 naar de stad kwam was De Zwarte Poort het enige gebouw dat nog recht stond. Hij liet een dak over de binnenkoer leggen en had zo een mooie ruimte gecreëerd om ere en kerk van te maken. Maar daar bleef het niet bij; Hij maakte zelfs twee kerken boven elkaar; de inrit werd volgestort met puin van de vervallen stad en hij bouwde een brede trap die naar de 1ste verdieping leidde. De onderste kerk was de parochiekerk en de bovenste was de kloosterkerk van St. Simeon. Hij liet naast de poort dan ook het Simeonsklooster bouwen. Napoleon liet ten tijde van de Franse invasie de kerken afbreken en liet de Porta Nigra terug in zijn originele staat herstellen. De Porta Nigra is een prachtig bouwwerk, dat enkele mooie doorkijken heeft op enkele andere mooie gebouwen in Trier. Een aanrader dus om te beklimmen.

Hauptmarkt in Trier

Een van die doorkijken had een prachtig uitzicht op de Hauptmarkt, en ik besloot die maar eens te bezoeken. De Hauptmarkt is eigenlijk een vrij breed uitgevallen boulevard, waar het een leuke mengelmoes van straatmuzikanten, schilders, tekenaars en bedelaars is. Toen ik een straat inkeek, trok direct het Domfreithof mijn aandacht. Het Domfreithof is een plein waar de Dom en de Liebfrauenkirche liggen. Liggen is misschien een verkeerd woord, want beide bouwwerken zijn aan elkaar gebouwd en dat maakt het geheel een bijzonder bouwwerk. Beide gebouwen zijn gebouwd op de fundamenten van een Romeins paleis. Het is een indrukwekkend geheel, wat ik graag eens van binnen wilde bekijken. Helaas was me dat niet gegund. Aangezien het Hemelvaartsdag was en de kerk de nodige vieringen had, waren toeristen niet toegestaan in de kerk.

Konstantin Basilika

Jammer, maar helaas. Ik besloot richting de Konstantin Basilika te lopen, maar die was vanwege een viering ook dicht. Dus vervolgde ik mijn tocht verder langs de oude stadsmuren van Trier en kwam ik in het aangelegde Palastgarden. Deze tuin is een onderdeel van een of ander paleis, dat pal tegen de Basilica van Constantijn is gebouwd. Ik moet eerlijk zeggen: Dit is jammer. De Romaanse bouwstijl van de Basilica past absoluut niet met de Barok stijl van het paleis. Ik slenterde even lekker verder door de paleistuinen en vervolgde mijn weg richting de overblijfselen van de keizersbaden. De overblijfselen zijn indrukwekkend en ik vraag me af hoe het gebouw er vroeger uitgezien moet hebben. Momenteel staat er van een van de hallen een 19 meter hoge muur overeind, die in redelijk geode staat is. De gids vermeldde daarnaast ook date r in de buurt van de baden een waar Amfitheater moest zijn, en na 15 minuutjes wandelen trof ik dit aan.

Amphitheater

Ook dit theater is een lust voor het oog. Rondom de ovale binnenplaats, waar vroeger bloederige gevechten, voorstellingen en executies warden gehouden, liggen aarden wallen waar vroeger tribunes op gebouwd waren. Maar liefst 20.000 mensen konden in het stadion. Met een beetje fantasie hoor je de mensen van vroeger nog schreeuwen en als je door een van de ingangen richting de ovale binnenplaats loopt, dan kan het niet anders dan dat je kippenvel krijgt. Prachtige steile tribunes, damn! Onder de ovale binnenplaats liggen trouwens ook kelders, die ook de moeite waard zijn. Het lijkt wel alsof er een bron onder het theater ligt, aangezien er in de kelders water stroomt.
Na dit indrukwekkende bezoek besloot ik terug naar de auto te gaan en slenterde ik dezelfde weg terug. Bij de Basilica van Constantijn hopte ik nog even snel naar binnen en dat was een bezoekje waar ik geen spijt van had. Sinds een kleine eeuw doet het gebouw dienst als kerk, maar in de Romeinse tijd was het gebouw een troonzaal. En wat voor een! Zonder overspanningen, zuilen of ander ondersteunend materiaal, hebben de bouwers een zeer indrukwekkende zaal gebouwd, die 70 meter bij 30 meter is en maar liefst 33 meter hoog is. Het is een prachtig gebouw, dat ook wel een beetje de grootheidswaanzin van Constantijn typeert.

Saarbrücken

Maar goed, de klokte tikte langzamer verder en ik besloot Saarland eens te bezoeken. Trier liet ik dus achter me, ondanks het feit dat ik slechts de helft gezien had, en ik toog richting Saarbrücken. De hoofdstad van Saarland kan bogen op een rijke historie, maar helaas zie je daar weinig in het centrum van terug. Zo af en toe zie je een verdwaald huisje in typische Duitse bouwstijl, of een leuke kerk, of een leuk uitziend stadshuis, of een kasteel. Nee, Saarbrücken is een vrij moderne stad, die tijdens haar hoogtijdagen van de vorige eeuw in een rap tempo ‘gemoderniseerd’ is. De voornaamste winkelstraat is breed opgezet en wordt geflankeerd door typische saaie gebouwen uit de jaren ’60 en ’70. Daarnaast is Saarbrücken een van de armste regio’s in het westen van Duitsland en sommige gedeeltes doen vrij deprimerend aan. Je merkt het ook op straat, waar mensen met een flesje bier tegen de muren aanhangen, mensen bedelen en zelfs heroïnejunks je aanschieten om een beetje geld. Ondanks dat deprimerende, heeft Saarbrücken wel iets. Het gebied rondom de oude markt is een prachtige plek om even een terrasje te pakken en een wandeling langs een van de promenades van de Saar kan ik je ook aanbevelen. Na een kleine twee uurtjes had ik het wel gezien en via de Starbucks, waar ik een overheerlijke cappuccino dronk, besloot ik terug in mijn auto te stappen.
Op de terugweg naar Luxemburg kwam ik voorbij Völkingen. De plaats heeft een ontzettend groot industrieterrein, waar een ijzersmelterij uit 1873 staat. Het complex is enorm en in de hoogtijdagen werkten een kleine 20.000 mensen in de smelterij. De smelterij staat ook direct symboliek voor Saarland: Indrukwekkend, groots, maar vergane en vervallen glorie.

Een klein uurtje later arriveerde ik terug in het hotel, waar de parkeerplaats nog steeds vol staat van allerlei upperclass auto’s. De terugtoch naar het hotel had nog wel wat voeten in de aarde: De wielerronde van Luxemburg tourt vandaag door deze regio en vrijwel iedere bvoor mij bekende weg naar het hotel was afgezet. Na een half uur zoeken, stapte ik dan toch voor het hotel uit. Ik ben benieuwd of de wegen nog steeds afgesloten zijn; Ik wil dadelijk even gaan joggen in Luxemburg stad en ik heb geen zin om 45 minuten naar de stad te rijden.

Bon, ik ga me verkleden, fijne avond!

Foto’s

Meer foto’s van Trier tref je hieronder:

Copyright 2003 - 2021 by Martijn Mureau, all rights reserved. For use of this website, please refer to the pro-claimer