Hoe is het met?… Frans Bouwmeester jr.
Waarschijnlijk is de familie Bouwmeester een unieke familie in de NAC historie. Maar liefst 4 personen van deze familie hebben namelijk in het eerste elftal van NAC gevoetbald. In deze “Hoe is het met?…” serie blikken we samen met Frans Bouwmeester junior terug op zijn voetballoopbaan en kijken we hoe het hem in het dagelijks leven vergaat.
Frans Bouwmeester begon zijn loopbaan in de jeugd bij NAC. Na zijn jeugd was het de bedoeling om de overstap naar het eerste van NAC te maken. “Maar ik heb daarna een jaartje bij feyenoord gespeeld. Daar speelden echter mensen die beter waren dan ik was en ik kwam daardoor niet aan de bak. Na dat ene jaar ben ik terug naar NAC gegaan.” Op 19-jarige leeftijd debuteerde Frans Bouwmeester junior in het eerste van NAC. “Mijn eerste wedstrijd zou eigenlijk tegen d.o.s. zijn, maar helaas werd deze op het laatste moment afgelast. Ik maakte vervolgens mijn debuut voor NAC in de thuiswedstrijd tegen ado.”
Bouwmeester junior was een aanvallend ingestelde spelers, zo beaamt de oud NACcer ook. “Ik begon eerst als linkshalf en verhuisde daarna naar het rechter middenveld. Ten slotte ben ik als rechtsbuiten verder gegaan. Ik was een speler die de aktie maakte en ik was niet het typetje dat spelers onderuit schopte. Daar had ik de eerste jaren bij NAC Pelkmans voor, die mocht het vuile werk voor me opknappen. Hahaha, je had Pelkmans overigens moeten horen vloeken als ik na de zoveelste pingelaktie de bal weer verloor!”
Als aanvallende speler was Frans goed voor soms onnavolgbare acties. De Bredanaar pakte ook zijn doelpunten mee en maakte enkele beauties van goals. Wat was volgens Bouwmeester junior het allermooiste doelpunt? “De allermooiste goal? Dat was natuurlijk die ene tegen xerxes. Ik krijg de bal aangespeeld, ik passeer 4 of 5 man en schiet die bal loeihard achter de keeper. De dag erop kopten de kranten dat ik als een acrobaat te werk was gegaan.”
NAC was die tijd een hechte vriendenploeg en sommige spelers waren erg close met elkaar. Grappen en grollen voerden die tijd wel eens de boventoon. “Ik kan me nog een uitwedstrijd tegen psv herinneren.” zegt Bouwmeester “We speelden daar wel zo belabberd, dat het NAC onwaardig was. De eindhovenaren droogden ons met 6-0 af en het bestuur weigerde met ons in de bus terug te rijden. We baalden flink van de nederlaag en besloten in Gilze-Rijen even te stoppen om wat te drinken. Het was die dag flink warm en we waren uitgeput van die wedstrijd. Na 4 biertjes zat iedereen dus al een beetje aangeschoten in de bus. Eigenlijk hadden we geen zin om terug te keren naar het stadion en we zakten met de hele spelersgroep af in het Markzicht. Peter van de Merwe, die eigenlijk geen alcohol dronk, keek veel te diep in het glaasje en enkele teamgenoten besloten hem in de maling te nemen. Twee man hebben hem vervolgens opgepakt en tegen de deur van zijn moeders huis aangezet. Van de Merwe had een moeder die… laten we zeggen… niet zo erg verlegen was. Die twee belden daar aan, renden weg en verstopten zich achter een auto. De moeder van Peter deed de deur dus open, van de Merwe donderde naar binnen en kreeg me daar een oorwassing van zijn ma, niet normaal joh! We lagen allemaal in een deuk toen we het hoorden.”
Bouwmeester maakte in zijn tijd bij NAC ook enkele successen mee. De bekerwinst in de kuip tegen nec herinnert Bouwmeester zich nog als de dag van gisteren. “Mijn mooiste NAC herinnering was natuurlijk de winst van de beker. Ik kan me de horden Bredanaars nog herinneren die naar rotterdam afreisden. We speelden toen de sterren van de hemel en het middenveld was oppermachtig. Mijn mooiste moment van die middag was toen de scheidsrechter affloot en toen ik de beker vast mocht houden. Dat gevoel is absoluut niet te beschrijven.”
Bouwmeester speelde met NAC ook enkele Europacup duels. “Klopt, alhoewel ik niet in alle wedstrijden heb meegespeeld. Ik ben wel naar de 6 Europese wedstrijden geweest in malta, oost duitsland en wales. De sfeer in oost duitsland was werkelijk bedrukkend. De grenscontroles, onze aankomst in magdenburg en de wedstrijd op zich. Je kon merken dat de spelers van magdenburg veel verder waren dan ons en we verloren daar met 2-0. De wedstrijd in cardiff sloeg echter alles. Man, ik heb nog nooit zo’n fanatiek publiek meegemaakt.”
Bouwmeester was toentertijd een speler die 300 meter van de Beatrixstraat woonde. Een rasechte Bredanaar dus, maar hoe stond hij bij het publiek te boek? “Ik denk dat ik wel redelijk goed lag bij het publiek. Ik hield echter ook wel van stappen en ik had ook wel de naam daarvoor in Breda. Als ik vervolgens een belabberde wedstrijd speelde, dan kreeg ik dat natuurlijk over me heen. Achteraf moet ik eerlijk zeggen dat ik eigenlijk niet te serieus leefde voor het professioneel voetballen.”
Uiteindelijk speelde Bouwmeester 10 jaar in het eerste van NAC. Halverwege de jaren ’70 stopte Bouwmeester junior met het voetballen. “Het laatste jaar bij NAC raakte ik geblesseerd. Omdat ik weinig medische begeleiding kreeg ben ik daar nooit goed bovenop gekomen. Ik had verder ook weinig plezier meer in het voetballen, waardoor ik vrij weinig ambitie meer had. Op mijn 29e ben ik gestopt met het voetballen.”
Bouwmeester junior besllot de voetballerij de rug toe te keren en richtte zich op het werk in de maatschappij. “Na mijn loopbaan als speler heb ik niets meer in de voetballerij uitgevoerd. Bij ons thuis hadden ze een familiebedrijf in staal en ik was daar vrachtwagenchauffeur. In 1984 ben ik naar fokkema metalen overgestapt waar ik wat sloopwerkzaamheden heb verricht. Na enkele jaren ben ik daar ook gestopt en ik heb tot 2001 ieder jaar de bietencampagne bij de suikerfabriek gedaan.” Bouwmeester volgt NAC nog steeds, maar meer via de krant of via de samenvattingen op studio sport. “Ik ga vrijwel nooit naar NAC kijken. Ik ben toch meer het type speler dat aan het spel moet deelnemen, dan dat ik naar het voetbal kan kijken. In 2003 hadden we, 30 jaar nadat we de beker hadden gewonnen, nog wel een reunie bij NAC. Alle spelers die in dat seizoen bij NAC hadden gevoetbald waren er. Het was een geweldige dag, met als hoogtepunt onze entree op het hoofdveld van NAC.”
“Gelukkig gaat het erg goed met me, alleen die enkelblessures die ik heb opgelopen bezorgen me af en toe nog wel eens flink last. Het is trouwens ook hoe je in het leven staat. Ik probeer altijd positief te blijven, zowel in goede als in slechte tijden.”