Door het platteland naar Chemnitz
Phoe, phoe… Het was me een dagje wel. Ondanks dat Leipzig – Chemnitz slechts een kleine 75 kilometer hemelsbreed uit elkaar liggen, ben ik een halve dag bezig geweest om laatstgenoemde stad te bereiken. Ja, ik weet het… Ik had de Autobahn beter kunnen nemen. Maar ik ben hier niet voor zaken, maar voor mijn ontspanning. Wat is dan leuker om allerlei binnenweggetjes te nemen en daarmee het Saksense platteland te leren kennen?
Nadat ik vanochtend uitcheckte van het hotel, toog ik met de auto richting het kasteel van Colditz. Via allerlei binnenwegen, met af en toe adembenemende uitzichten, kwam ik uiteindelijk in het plaatsje aan. Colditz doet lekker gemoedelijk Duits/Saksens aan en de markt is een uitstekende mogelijkheid om eventjes overheen te slenteren en een lekkere versnapering te kopen. De tocht naar het hoger gelegen kasteel is echter geen ontspanning. Via smalle en steile weggetjes kom je uiteindelijk bij de hoofdingang. Daar aangekomen, kun je eens rustig naar beneden turen en een kijkje nemen naar het prachtige uitzicht over het dorpje.
Het kasteel, dat doet denken aan een bouwstijl uit de Renaissance, werd in de 17 eeuw gebruikt als buiten’huisje’ voor Augustus de Sterke. In de 19e eeuw deed het dienst als psychiatrisch ziekenhuis, maar het kasteel van Colditz werd het meest bekend na de tweede wereldoorlog. Gedurende de tweede wereldoorlog leek het kasteel, vanwege haar hoge ligging, een ideale gevangenis voor geallieerde officieren. Echter, een gevangenis nodigt uit om te ontsnappen en dat werd door de geallieerden dan ook massaal geprobeerd. In de tweede wereldoorlog waren er tegen de 350 ontsnappingspogingen, met ieder zo haar eigen verhaal. Zo waren er mensen die probeerden om via aan elkaar geknoopte lakens te ontsnappen, maar de meer creatievere lieden hadden een kleine naaimachine in elkaar gezet om Duitse uniformen na te maken. Het meest creatiefste was toch wel de ontsnappingspoging die enkele Fransen ondernamen. In twee jaar tijd groeven zij een 45-meter lange tunnel, maar tijdens hun ontsnappingspoging werden ze door de Duitsers gepakt.
Al met al een kasteel dat bezocht moest worden. Aangekomen bij de ingang toog ik naar de kassa om een ticket te kopen. Daar werd me verstaan te geven dat er, vanwege een grote restauratie, alleen maar betaald hoefde te worden voor groepsrondleidingen en dat ik gratis op eigen houtje het kasteel kon verkennen. Aangezien ik mezelf wel redelijk kan redden, besloot ik op eigen houtje het kasteel te verkennen. Vanaf de ingang liep ik door diverse poorten en ik kwam uiteindelijk op de imposante binnenplaats uit. Van daaruit was er de mogelijkheid om de buitenmuren te bekijken en de verdedigingsweken op te lopen. Snel doen dus en na een kleine 20 minuten mezelf aan de indrukwekkende bouwwerken vergaapt te hebben, toog ik weer naar de binnenplaats. In de verte zag ik nog een andere deur openstaan, dus die ruimte daarachter moest ook verkend worden. Het bleek een indrukwekkend overzicht te zijn van het gevangenisleven in het kasteel, waarbij foto’s verhalen en zelfs een gevangeniscel de revue passeerden. Toen ik de kamer uitkwam, het binnenplein overstak en een andere ruimte binnenliep, begon voor mij het gedonder.
Onderweg was ik al meerdere malen op een gids gestuit, die een groep rondleidde. Die groep kwam ook naar de ruimte waar ik, met nog drie andere mensen, ons bevonden. De gids vroeg ons of wij tickets hadden om in die ruimte te mogen zijn. De andere drie gaven te verstaan van niet en de gids gaf ons aan dat we, tegen betaling, aan mochten haken bij de groep. De andere drie gaven aan dat ze dit wel goed vonden, maar ik zei tegen de gids dat ik nog even wilde rondkijken en daarna weg wilde gaan. Het “of ik de ruimte wilde verlaten” kwam er redelijk netjes uit, maar toen mevrouw me voor haar rondleidinggroep poogde voor lul te zetten had ze het voor mij verpest. Dus ontstond er in de ruimte een discussie tussen een Duitse vrouw -die vond dat ik me niet moest aanstellen en niet zo gierig moest zijn- en een Nederlandse jongen -die aangaf dat haar gedrag belachelijk en kinderachtig was en vond dat mevrouw het recht niet had om via een dubieuze reden geld te eisen- terwijl de rest een beetje stond toe te kijken. Uiteindelijk leidde het tot nergens toe en beëindigde ik het bezoek aan het kasteel. Een tip als je het gaat bezoeken. Wanneer iemand je toezegt dat je alles gratis mag bekijken, zet het dan in drievoud op papier wanneer je een lastige gids tegen dreigt te komen.
Maargoed, dit kleine incidentje mocht de pret niet drukken en ik karde met de auto richting Chemnitz. Na een klein kwartiertje rijden kreeg ik het ineens op mijn heupen en sloeg ik pardoes rechtsaf en naderde ik daarmee een prachtig dorpje. Daar aangekomen zag ik een indrukwekkend klein kerkje, dat even op de foto gezet moest worden. Na wat rondgelopen te hebben, vervolgde ik mijn weg.
Maar, je voelt hem al aankomen, ik kwam nog iets tegen wat mijn aandacht trok. Terwijl ik lekker aan het rijden was, zag ik in de verte iets wat op een toren leek. Nieuwsgierig als ik was, dook ik een weggetje in en parkeerde ik mijn auto op een parkeerplaats. Toen ik me omdraaide viel mijn mond open van verbazing. Het einde van de parkeerplaats lag op een verhoging en je had van daaruit een prachtig uitzicht op het landschap. Toen ik het pad naar de betreffende toren zag, was ik helemaal benieuwd en ik hoopte snel de ingang te bereiken. Uiteindelijk kwam ik bovenaan een grote heuvel en daarop stond een toren ter nagedachtenis aan Friedrich Augstus II. Tegen betaling kon je de, ik schat, 60 meter hoge toren beklimmen en dat mocht geen obstakel voor me zijn. Ik beklom de toren (om een of andere reden was ik halverwege buiten adem) en boven aangekomen was het uitzicht nog prachtiger dan op de parkeerplaats. De toren staat gebouwd op de hoogste heuvel in de omgeving en van daaruit heb je een prachtig en indrukwekkend uitzicht over de gehele omgeving.
Na genoten te hebben van het uitzicht, vond ik het echt wel tijd worden en, na enkele tussenstops in diverse dorpjes, bereikte ik Chemnitz. Ik besloot snel het hotel op te zoeken, in te checken en de binnenstad van Chemnitz te gaan verkennen. Chemnitz schijnt een beetje het lelijke eendje van Saksen te zijn. Zware industrie, vervuiling en vieze gebouwen geven de stad met 260.000 inwoners de bijnaam Manchester van Saksen. In de jaren ’50 hernoemde de regering van de DDR Chemnitz naar Karl-Marx-Stadt (waarom is me onbekend, ik weet niet of Marx iets met Chemnitz had) en je ziet deze invloed nog steeds. Een robuust beeld van Marx staat pontificaal langs de straat, met als achtergrond een typisch communistisch gebouw met dito typische communistische leuzen (mensen aller landen, verenigt u!). Als je door Chemnitz heenloopt, dan merk je dat het voor de industriële revolutie een prachtige stad moet zijn geweest. Het Rathaus, am Roten Turm en de Sint Jacobuskerk herinneren met hun pracht aan een indrukwekkende geschiedenis. Tijdens de industriële revolutie maakten veel oude gebouwen echter plaats voor de “vooruitgang’ en de tweede wereldoorlog deed er nog eens een schepje bovenop.
Evenals Dresden, is ook Chemnitz niets bespaard gebleven. De geallieerden bombardeerden Chemnitz dusdanig, dat het centrum in puin achterbleef. De oude kerk werd dusdanig toegetakeld, dat het grootste gedeelte onherstelbaar beschadigd bleef. In diezelfde kerk kwam ik in gesprek met een mevrouw, die de bombardementen navertelde. Het was een huiveringwekkend verhaal, dat me kippenvel bezorgde. Momenteel zet de mevrouw zich in om de kerk te herstellen, maar de oude versieringen komen nooit meer terug. Daarvoor is het geld niet en daarvoor hebben de Russen de zaak iets te fout gerestaureerd (meer de rechttoe en rechtaan, dan de eigenlijke stijl). Tel daarbij op dat de communisten ook nog eens andere prioriteiten hadden dan restauratie, en de ramp die Chemnitz heet kun je jezelf voorstellen. Ondanks dat het centrum de communistische architectuur bevat, met een vleugje Renaissance-stijl en moderne architectuur, is de stad niet zo erg. Buiten het centrum tref je brede lanen aan, bouwstijlen uit begin vorige eeuw en met een flinke en juiste opknapbeurt kan Chemnitz een hele leuke stad worden om in te wonen. Toch biedt de voormalige Karl-Marx-Stadt voor de toerist erg weinig, tijd dus om mijn heil ergens anders te gaan zoeken.
Mijn oog viel op een plaatsje dat Augustusburg heet en dat schijnbaar een indrukwekkend kasteel moet bevatten. Het dorpje, dat een kleine 6000 inwoners telt, ligt verscholen achter de bergen en is via de provinciale weg te bereiken. Mocht je er ooit naar toe gaan, vermijd deze weg en pak de oude weg door de bossen en de vallei heen. Een adembenemende tocht voert je langs de typische Duitse bossen, door prachtige Duitse dorpjes, smalle weggetjes, vervallen fabriekjes en een prachtige opgedroogde rivierbedding. De weg naar Augustusburg is een steile klim met veel bochten, maar wanneer je bij de ingang staat kom je even tor rust. Een prachtige kasteel, dat een indrukwekkend uitzicht biedt, laat even de Stalinistische gebouwen van Chemnitz achter je. Ondanks het prachtige kasteel en het eveneens indrukwekkende uitzicht, weten slechts weinig mensen dit pareltje te vinden. Dat pareltje moest dus snel verkend gaan worden, maar helaas was ik al te laat. De diverse musea die het gebouw herbergt waren al bezig met sluiten, dus ik moest het doen met een rondtocht langs het middeleeuwse kasteel.
Je merkt heel duidelijk dat dit complex eens een van de machtscentra van Saksen was. Het kasteel heeft de oppervlakte van het KMA terrein en is te bereiken via het dorp, of de achteringang (tip: Pak de ingang door het dorp, dan heb je ook direct de prachtige kerk te pakken). Met indrukwekkende stallen, diverse verdedigingslagen en een prachtig hoofdcomplex moet je minimaal een middag uittrekken om het dorpje en het kasteel te bekijken.
Tijd die ik niet meer had. Het liep inmiddels tegen kwart over 6 en ik had het voor die dag gehad. Ik snelde naar mijn auto, nam dezelfde route weer terug en at wat broodjes bij het hotel. Na een snelle douche heb ik deze tekst eventjes getypt en ondertussen bekijk ik Japan – Brazilie. Ik denk dat ik over een klein half uurtje mijn bed induik en me voor morgen voorbereid.
Morgen ga ik een kijkje nemen in Bautzen en Gorlitz. Beide steden schijnen prachtig te zijn en hebben zo hun eigen “ding’. Met name Gorlitz lijkt me prachtig om te bekijken en een bezoek aan deze stad kan ik direct combineren met het uitstapje naar Polen. Mocht ik morgen nog tijd en fut overhebben, dan bezoek ik misschien heel snel Dresden.