Interview Cees Mallée

Cees Mallée

Cees Mallée. De oudere NAC-supporters kennen hem nog wel van zijn gedichten in het Stadsblad in het begin en midden van de jaren `80. Echte oude NAC-supporters kennen hem als een links-midden die bij NAC gespeeld heeft. Cees is op dit moment met zijn 90 jaar de oudst levende oud NAC-speler. In de allereerste Rat van het nieuwe millennium was het daarom ook leuk om samen met deze oud-speler terug te blikken naar zijn verleden en gebeurtenissen die met NAC te maken hebben.

De heer Mallée overleed 3 weken na dit interview. Cees, rust zacht.

Meneer Mallée, hoe bent u met voetballen begonnen en hoe bent u bij NAC terecht gekomen?

Als manneke kwam ik van Lachapelle, zo`n klein fabrieksclubke uit de Belcrum in Breda. Lachapelle was vernoemd naar de parketfabriek Lachapelle die achter De Faam lag. Ik was wel een redelijke voetballer. Op een gegeven moment viel Lachapelle uit elkaar. Bepaalde vrienden voetbalden toen bij NAC en vroegen mij steeds om ook bij NAC te komen voetballen. Zo ben ik dus bij NAC gekomen. Mijn eerste wedstrijd was in 1929 tegen EVV Eindhoven aan `t Ploegeske. Het werd toen 2-1 voor NAC en De Rat stond toen rechtsbuiten. Ik begon als linksbinnen. Ik heb ook nog linksback gespeeld, maar mijn favoriete plek was links-midden.

Het enigste nationale kampioenschap was al weer een hele tijd geleden; in 1921 om precies te zijn. U heeft dit niet als speler meegemaakt, maar misschien wel als supporter. Wat staat u daar nog van bij?

In 1921 ben ik met mijn vader naar het station gegaan toen NAC kampioen van Nederland werd. Want NAC die won bij Go Ahead en Ajax verloor van Be Quick. Goddomme… dat was me toen wat in Breda! Ze kwamen daar aan op het station vanuit Deventer. Een hele grote menigte stond ze daar op te wachten. Alle spelers gingen in een brik en naar de stad voor de huldiging. Hoe het toen verder is gegaan weet ik niet. Ik was toen een jaar of 12 en ik moest met mijn ouweheer naar huis gaan. Maar ik kan je wel zeggen dat er wat gefeest is in Breda!

Maar u heeft wel het zuidelijk kampioenschap van 1936 meegemaakt. Dat jaar was voor NAC ook een heel groot succes. Elk elftal van NAC werd toen kampioen. Kunt u dat seizoen en de ontknoping misschien beschrijven?

Wij hadden de allereerste vliegreis van een Nederlandse club. We vlogen toen van Waalhaven (vliegveld rotjeknor) naar Eelde. Dit was in 1936 en we werden in dat jaar kampioen. We moesten toen tegen GVAV spelen. We hadden vooraf de keuze om met de trein of met het vliegtuig te gaan. Wat kozen wij, als jonge gasten? Het vliegtuig natuurlijk! Wat dacht je dan? We vlogen met twee Fokkertjes naar Eelde. In Groningen wonnen we met 6-1 van GVAV. Onze vrouwen die gingen niet mee. Die bleven in Rotterdam waar ze een rondvaart kregen. Tijdens de rondvaart kregen ze te horen dat wij met 6-1 gewonnen hadden en dat de voetballers niet bang voor het vliegen hoefde te zijn omdat het Bredase NAC met 1-6 had gewonnen van GVAV.

Ik zal je ook nog dat geintje vertellen toen we tegen BVV (voorganger van FC Den Bosch, ratdaxie) moesten voetballen. Wij speelden tegen BVV en wij wonnen (voor 3000 meegereisde NAC-supporters, ratdaxie) in Den Bosch met 3-0 van BVV. Nou krijgen we het geintje. Na deze wedstrijd moest BVV een wedstrijd spelen tegen Roermond. Kijk, en tegen Roermond, als ze daar zouden winnen, kwamen ze gelijk met NAC. Wij waren uitgespeeld en als BVV zou winnen dan zouden ze gelijk komen met NAC. Er zou dan een beslissingswedstrijd om het kampioenschap plaats moeten vinden. De wedstrijd Roermond-BVV werd 1-1 en BVV diende een protest in. Toentertijd kon men na het indienen van een protest een strafschop nemen en BVV mocht dit. De strafschop werd benut en BVV won toen met 2-1. Maar die vlieger ging niet op en ik zal je vertellen waarom niet. NAC vond dit niet goed en toen kwam er een protestcommissie in het Oranjehotel in Breda. Deze commissie besloot na een week dat de wedstrijd Roermond-BVV in 1-1 geëindigd was en NAC werd hierdoor kampioen van de zuidelijke klasse. Wij waren kampioen en we kregen een soort tour van Breda. Maar het veld was in Princenhage aan de Heuvelstraat. We werden dus niet in Breda gehuldigd, maar in het Zuid. We kregen toen allemaal een horloge van een sponsor en wat manchetknopen.

Waren er naast de competities ook nog andere competities die een belangrijk karakter hadden? Zo ja, kunt u er eentje opnoemen die u nog heel goed bijstaat?

Wat ik me nog goed kan herinneren was de Arol-beker in Amsterdam op het terrein van AFC. We moesten tegen Ajax voetballen. Het eindigde in een gelijkspel. Er moest een winnaar komen, dus moesten er strafschoppen genomen worden. Pas na 10 strafschoppen kwam de winnaar uit de bus; NAC. Wij gingen naar de finale; NAC-Zeeburgia, ook op het terrein van AFC in Amsterdam. Onze keeper kreeg een blindedarmontsteking en moest naar het ziekenhuis. Een verdediger moest noodgedwongen keepen. We wonnen toen wel met 2-1. We kregen die beker en we kregen daar medailles bij. Maar die vuile verrekte joden, die Amsterdammers, die waren link hoor! We kregen van die gouden dingetjes die je aan je horloge kon doen. Wat bleek naderhand? Hadden ze er een goudlaagje overheen gespoten! Het bleken gewoon zilveren dingen te zijn!

Heeft NAC, naast de voor die tijd beroemde reizen, ook nog wedstrijden in het buitenland gespeeld? Een Europa Cup bestond toen nog niet…

NAC in het buitenland? Tuurlijk wel! We zijn naar Spanje geweest, waar we Real Madrid (toentertijd was dat Madrid FC, ratdaxie) met 5-1 verslagen hebben. We hebben in Zwitserland tegen Luzern gespeeld, we hebben in Tsjechië tegen Slavia en Sparta Praag gespeeld. In Duitsland hebben we tegen Bonn FC, een hele goede ploeg, en Rämsche gevoetbald.

NAC heeft in die tijd ook een paar belangrijke mensen gekend. Twee ervan waren Meeús en Piederiet. Hoe waren deze twee personen?

We moesten toentertijd in Middelburg voetballen. Daar had je echt een kleiveld waar je op bleef plakken. Wat deed de Meeús nou? Die smeerde de onderkant van onze kicksen in met zeep zodat de schoenen niet zo aan de kleigrond bleven plakken. Wat we in die periode in de rust kregen was ook zo`n drankje. Wij wisten niet wat het was, maar we wisten wel dat je er godverdomme energie van kreeg! We gingen dan altijd als gekken in het veld tekeer. Achteraf gezien was het wel zo`n soort oppepdrankje. Dat was toen al een bietje het begin, weet je wel… We hadden toen ook nog Piederiet. Een hele belangrijke man voor NAC. Hij was onderofficier en hij is ook zo gestorven. Hij was bij NAC secretaris-penningmeester. Hij was een welgesteld iemand in Breda, hij had een Juwelierswinkel aan het van Coothplein. Ook had hij een bezoldigde functie bij NAC, hij verdiende daar veel geld aan. Hij had ook nog een sigarenwinkel in de stad. Maar Piederiet was mijn vriend niet zo.

En hoe was Rat Verlegh? Kunt u iets meer over hem vertellen?

Donderdags was het altijd trainen bij NAC. Onze trainer was toen Rat Verlegh. Hij deed best wel veel aan techniek. Lange afstand trappen, paaltjes lopen, precisieschieten, voetbaltennis en zo nog veel meer. De Rat ging dikwijls kijken naar Arsenal uit Londen. Hij ging daar altijd naar trainingen kijken en dan kwam hij terug in Nederland en dan ging hij ons tactieken uitleggen. Dan tekende hij op het bord hoe dat we ons op dienden te stellen, hoe dat we een bal moesten inspelen en hoe dat we moesten lopen. Maar ik vond De Rat een apart manneke, een heel apart maar een bijzonder figuur. Het was in alles een ander type, hij kwam uit het Ginneken en was ook een serieus iemand. Ik vond hem ook een soort dictatortje en hij kon stronteigenwijs zijn. Helaas is hij goddomme ook verzopen als een bijzonder type.

Hoe waren de voetbalverhoudingen vroeger in Breda? Nu heb je NAC, Baronie en JEKA als de grote Bredase clubs. Wie waren dat toen? Welke wedstrijden waren toen ook heel erg belangrijk voor de Bredanaar? Hoe leefde het voetbal in Breda?

Vroeger hadden we 4 eerste klassers in Breda. `t Zesde, een team van onderofficieren, Bredania, dat nu Baronie heet, was een club van de katholieken en de welgestelden en ze speelden in het groen-wit, Velocitas was het team van de KMA en NAC dat was de club van de arbeiders. Maar Breda was een voetbalstad! Je had dus 4 eerste klassers. Daarnaast had je nog een legio aan fabriekselftallen die voetbalden. In die tijd was Breda een stadje met misschien 50.000 inwoners. NAC had altijd 7000 tot 8000 man op de tribunes. Naar uitwedstrijden gingen er ook wel wat supporters mee, maar niet in de getallen van nu. Je had toen een grote werkeloosheid en dan had je wel wat anders aan je kop dan het voetballen. Maar ik zeg maar zo; NAC is Breda en Breda is NAC. Dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo blijven. Als speler van NAC had je ook een groot aanzien in de stad. Als ik een café binnenkwam dan gingen gelijk die kopkes om; Da`s een speler van NAC! Ik dacht dan: ga toch weg, ik ben ook maar van vlees.

Maar even terug; Je had natuurlijk vroeger ook speciale wedstrijden. Vooral de wedstrijden NAC-Willem II en NAC-LONGA waren zeer speciaal. Waarom? Omdat beiden clubs uit Tilburg kwamen, de kruikenzeikers. Ook leuke wedstrijden waar spanning in zat waren NAC-BVV en NAC-MVV. Tegen clubs uit het westen speelden we bijna nooit, dus die wedstrijden waren eigenlijk niet om zo naar uit te kijken. Het leuke was toen dat er maar 2 agenten bij die wedstrijden aanwezig waren. Maar het was ook weleens vechten bij bepaalde wedstrijden! Zo kan ik me nog herinneren dat de wedstrijd tegen BVV vanwege het vechten gestaakt is. Een toeschouwer was het niet eens met de beslissing van de grensrechter en sloeg die grens met zijn paraplu een blauw oog! Ik kan me ook nog een wedstrijd bij Velocitas herinneren. De scheidsrechter maakte een beslissing ten nadele van Velocitas en het publiek was toen woedend! Het was zo woedend dat ze de scheids maar met een bootje de singels hebben over laten varen.

Heeft u ook nog in het Nederlands elftal gespeeld?

Het Nederlands elftal… Tja, ik had een feyenoorder op mijn plek voor me. Van Heel. Dat was een westerling en ik was een zuiderling en dat kon toen niet dat je als zuiderling de voorkeur kreeg boven een westerling. Ik ben wel een keer geselecteerd voor het Nederlands elftal toen we in Frankrijk dienden te voetballen. We wonnen daar toen met 1-6, maar ik speelde helaas niet mee. Ik heb wel in het zuidelijk en het brons elftal meegespeeld. Daarnaast heb ik ook nog in het zwaluwelftal gespeeld.

Tegenwoordig zie je dat er heel veel geld omgaat in het voetbal en dat er ook met geld gesjoemeld wordt. Ook hebben bestuursleden en andere werkzame mensen bij bepaalde clubs weleens dubieuze dingen met geld gedaan. Hoe was dat vroeger?

Toen gingen ze er ook al met de poen ertussen uit. Een goed voorbeeld was het aankopen van ballen en shirts. Wij kochten ballen en shirts van een zaak die Rompa heette en die uit Terheijden kwam en dat kocht Sjaak Piederiet allemaal. Ik kwam toen ook eens een keer dat winkeltje binnen en ik zei: `Het gaat allemaal nog wel!` Ik zag dat de ballen en shirts veel goedkoper waren dan dat Piederiet ze declareerde! Het was toen dus al met dat gesmijt met het geld. Ook een goed voorbeeld waren de declaraties van de spelers van het Zwaluwenelftal. Die wedstrijden werden in Den Haag gespeeld en je mocht je kosten zo declareren zonder iets in te leveren. Wat deden al die voetballers dan? Die kochten een retourtje derde klas en ze declareerden 2 enkeltjes tweede klas! Hupsakee! Weer wat geld gevangen! Maar ja, dat waren echt de tijden met hele leuke herinneringen.

Wie is volgens u de allerbeste NAC-speler aller tijden?

Ik vind de allerbeste NAC-voetballer aller tijden Cor Kools. Dat was echt een geweldige voetballer. Hij stond spil, maar hij heeft ook in de voorhoede gespeeld. Ze hebben hem een keer zo te pakken gehad dat hij in Brussel aan zijn meniscus hebben moeten opereren. Ik geloof dat van Tilburg, de keeper van NOAD uit Tilburg dat gedaan had. Ja, nu weet ik het weer, het was van Tilburg. Hij is er wel bovenop gekomen. Hij heeft ook nog een keer of 15 in het Nederlands elftal gespeeld. Tja, Cor Kools. Hij was nog beter dan Rat Verlegh.

Wat kreeg u van NAC aan salaris en aan kleding?

We kregen toen van NAC een paar voetbalschoenen, een paar scheenbeschermers, het tenue en voor de rest dienden we zelf te zorgen. Na de wedstrijden kregen we van Dries van der Linden, een echte NAC-man, altijd een gratis biertje. We gingen met de spelers altijd na de thuiswedstrijden in café het Pasbuiten, dat nu café D`n Hoek heet, lekker een pilske drinken. Dat was me een kroeg. We kregen na de wedstrijden geld voor 2 pilskes en de vrouwen kregen een bessensapje. Dat was het enigste wat NAC voor ons betaalde. Het meeste wat NAC ons ooit voor een wedstrijd heeft betaald was 3 knaken. Dit was voor de overwinning op BVV in Den Bosch in 1936.

Hoe kijkt u tegen de spelers van het huidige NAC aan?

De spelers van NAC van nu??? Van de huidige basisspelers zouden er in ieder geval 7 of 8 in onze tijd niet aan de bak komen. NAC heeft wel goeie voetballerkes, maar ze hebben niet de strijd in zich. Daarnaast moesten bepaalde spelers in ons elftal echt voetballen om normaal rond te kunnen komen en dan wil je wel! Ik ken iemand bij NAC en die zegt dan dat de huidige spelers staan te kankeren en te sodemieteren in cafés. Dan denk ik; Sodemieter toch op! Je moet geen grote mond buiten het veld hebben, maar in het veld! Je moet nooit van je leven tegen je tegenstander opkijken, nooit! Want ze hebben allemaal maar een moeder gehad. Dat zou Rat Verlegh, als hij nu trainer was, tegen de huidige spelers zeggen.

That`s the spirit. Wij bedanken de heer Mallée voor het interview.

Martijn Mureau, Richard Sommen

Copyright 2003 - 2021 by Martijn Mureau, all rights reserved. For use of this website, please refer to the pro-claimer