Hyderabad: Een negatieve kennismaking

Hyderabad

Na NAC – Heerenveen schoot collega NAC-supporter David me aan. `Zo Mureau, ik las op je internetsite dat je naar India gaat`, om knipogend te vervolgen: `Succes, want India is een bizar land van extremen en ik ben benieuwd naar je avonturen`. Na deze uitspraken gaf David, die notabene vaak in India is geweest, me nog enkele goede tips en na een half uur praten scheidden onze wegen zich. Toen ik vanmiddag vervroegd vanuit Hyderabad terug kwam, moest ik aan zijn uitspraken van `extremen` denken. Damn, het weekend in Hyderabad was tot nu toe het weekend waarin de meeste extremen zich voordeden. Maakt u zich op voor een extralang verslag van Martijn in Hyderabad!

Vrijdag stond Mr. Ramesh luid toeterend voor het appartement en eindelijk zou ik Hyderabad gaan opzoeken. Van wat ik in de Lonely Planet had gelezen, moest Hyderabad wel erg indrukwekkend zijn. De Stad der Parels, zoals Hyderabad ook wel genoemd wordt, was vroeger de hoofdstad van het Vijayanagar keizerrijk. De stad werd in de 16e eeuw gesticht, nadat de keizerlijke familie het indrukwekkend Golconda Fort had verlaten vanwege een watertekort. Hyderabad werd aan de oevers van de Musi gesticht en groeide al snel uit tot een stad van formaat.
In 1724 verklaarde Asaf Jah Hyderabad onafhankelijk en Jah werd de eerste heerser over de staat Hyderabad. Een ruime 250 jaar lang zou Hyderabad het centrum zijn van kunst, cultuur en onderwijs. Aangezien Hyderabad, in tegenstelling tot het overgrote gedeelte in India, zich op de Islam focuste, ontstond er een sterke Islamitische traditie, die tot op heden van vandaag nog voelbaar is in Hyderabad. Na de onafhankelijk van India, kregen alle staten de `keuze` om zich bij India aan te sluiten. De Islamitische staat Hyderabad (die een heel groot gedeelte van India besloeg) zocht echter aansluiting tot Pakistan. Blijkbaar wilden de Engelsen dit voorkomen en een kleinschalige burgeroorlog brak `spontaan` uit. Het kersverse leger van India werd naar Hyderabad gestuurd, herstelde orde en vanaf dat moment behoort het hele zaakje tot India.
Tegenwoordig is de hoofdstad van de provincie Andhra Pradesh, samen met Bangalore, het centrum van de Indiase IT. In Hyderabad kun je grote bedrijven vinden en de bijnaam van de stad is in de volksmond `Cyberabad`. Naast alle schijnbare hoogstaande IT, heeft Hyderabad ook vele mooie dingen te bieden, zoals de indrukwekkende Charminar, de grote moskee Mecca (Mekka) Masjid, de diverse bazaars en het Golconda Fort. Toch zijn het niet alleen Islamitische invloeden die Hyderabad beheersen, in Hyderabad tref je een gezonde verstandhouding met andere godsdiensten aan. Een verscheidenheid aan belangrijke Hindoeïstische tempels en een 17 meter hoog beeld van Boeddha zetten de stad als een belangrijk religieus centrum op de kaart.
Toch bleek de stad een enorme smeerboel te zijn. Gebouwen zijn oude en vervallen, zijn zwart van het roet en een flinke laag smog bedekt de stad. Ik moet er niet aan denken hoe het in de zomer moet zijn.

Ik keek dan erg uit naar deze stad, zonder dat laatste te weten. Enkele dagen voorafgaand aan mijn bezoek had ik een goedkoop hotel midden in de Islamitische wijk gevonden. Mr. Ramesh zou me naar het vliegveld van Bangalore brengen, met Spicejet zou ik naar Hyderabad vliegen en op het vliegveld van Hyderabad zou een taxi klaarstaan die me naar het hotel zou brengen. De reis verliep goed en de taxi stond inderdaad op me te wachten. Een knul van rond de 18 begroette me hartelijk en bracht me (met een flinke omweg) naar het hotel toe.
In een eerder log gaf ik aan dat Mr. Ramesh af en toe wel eens lekker pusherig in het verkeer kan zijn. Maar vergeleken met deze knul is Mr. Ramesh een waar rustpunt in het verkeer. Wat was de taxichauffeur in Hyderabad een waar drama zeg. 40 km per uur in zijn 4, constant toeteren, letterlijk mensen van de sokken afrijden (terwijl de weg aan de linkerkant gewoon vrij was) en schelden op alles en iedereen wat hem niet aanstond. Een paar keer heb ik zelfs een ruk aan zijn stuur moeten geven omdat er anders iemand op de motorkap terecht was gekomen. Een slakkengang van 40 km per uur en dan nog als een ware rasmongool door het verkeer rijden, ik snap niet dat die jongen nog geen rijontzegging heeft gehad. Verrek, dat is waar. Dit is India, het land waar ze waarschijnlijk geen rijontzegging kennen, of waarbij je rijbewijs veilig wordt gesteld door een periodieke donatie aan een agent.

Na een uur gereden te hebben over 15 kilometer, kwam ik zonder enig gevoel van oriëntatie aan bij het Hotel Watan Residency. Na snel binnengelopen te zijn, checkte ik in en bleek de eerdere prijsafspraak van 600 Rupees (10 Euro) per nacht niet te kloppen; 900 Rupees (15 Euro) per nacht was voor de kamer met airconditioning. Na wat gesoebat bleek de hoteleigenaar weinig toe te willen geven en werd ik naar mijn airconditioned kamer begeleid. Ik kwam binnen en ik schrok.
Ik wist dat ik low-budget had geboekt en ik had me er ook op ingesteld, maar toen ik de kamer opendeed, kwam een muffe lucht me tegemoet. Het bed zag eruit alsof het een jaar niet verschoond was en de airconditioning leek al 20 jaar niet meer gebruikt te zijn geweest. Een blik in de badkamer vertelde me dat het woord `schoonmaken` niet in het woordenboek van dit hotel voorkwam. Een bonte verzameling van zwarte, gele, bruine en witte kleuren, met dito (schimmel)stank, maakte me er niet echt gerust op. Toen ik vervolgens kennismaakte met een zooi insecten, waarbij de helft nieuw voor me was, en ik twee kakkerlakken in mijn bed vond, ben ik naar beneden gegaan met het vriendelijke verzoek of mijn kamer niet naar een gewone kamer omgeboekt kon worden. Geen probleem en 10 minuten later zat ik een verdieping lager, tegen een goedkoper tarief en een betere kamer. Nou ja… `Beter` is een woord dat maar betrekkelijk is. Ook deze kamer was slecht onderhouden, maar voldeed wel aan mijn verwachtingen. Aangezien er een familie mieren en kakkerlakken in de kamer aanwezig was, wist ik dat ik het weekend niet zonder vrienden zou doorbrengen. De kakkerlakken kwamen me zelfs aarzelend op bed begroeten, wat een vriendelijkheid! De eerste vriendschap in Hyderabad tussen mij en iemand van de lokale bevolking was geboren.

Nadat ik mijn kleren had verwisseld, afscheid had genomen van mijn nieuwe vrienden en de rugzak voor een eerste verkenning had klaargemaakt, begaf ik me naar de uitgang. Tot mijn verbazing stond daar de jonge knul nog steeds en de hoteleigenaar deed me een aanbod wat ik niet kon weigeren. Voor 8 uur lang mocht ik gebruik maken van de diensten van de chauffeur, voor een schappelijk prijsje van 800 Rupees. Ik rekende het om naar Euro`s en zei op automatische piloot `OK, geen probleem`. Een hoog en verbaasd schrikstemmetje van de chauffeur en een brede glimlach van de eigenaar deden me realiseren dat ik maar beter kon afdingen in deze plek. Met een gemiddeld salaris van een Indiaas iemand van 6000 Rupees per maand, is 800 Rupees wel erg veel. Maar goed, ja is ja en misschien dat ik voor deze extreem hoge prijs wat extra service zou krijgen. Service kreeg ik niet, wel een staaltje van Indiase arrogantie en zelfingenomenheid van de jonge bestuurder, met zijn geweldige rijkunsten.

De eerste bestemmingen waren het Charminar en de Mekka Masjid. Het Charminar is een indrukwekkend monument dat meer dan 400 jaar de skyline van Hyderabad domineert. Het 60 meter hoge bouwwerk markeert het einde van een grote epidemie in Hyderabad. Toen we kwamen aanrijden, deed me de entree en de entourage me direct aan een willekeurig land uit het Midden-Oosten denken. Door grote poorten reden we richting het Charminar, terwijl handelaren in hun winkeltje langs de straten hun handelswaar op een enthousiaste manier verkochten. De brede straten richting het Charminar waren vergeven van lopende mensen, fietsers, auto riksja`s, auto`s en vrachtwagens. Een heerlijke drukke wanboel, die vast en zeker hele mooie plaatjes op kan leveren.
We parkeerden de auto op een parkeerplaats en we zochten het Charminar op. Aangezien het vrijdag was en vrijdag traditioneel een belangrijke dag in het Islamitisch geloof is, was het een drukte van belang rondom de Charminar. In het verleden zijn er na de gebedsdiensten zelfs onlusten uitgebroken rondom het Charminar (Mekka Masjid ligt namelijk aan de overkant), dus de plaats was vergeven van Mobiele Eenheden, gewapend met stok en geweer, en waterkanonnen. We liepen het Charminar rond, maar waren net te laat omdat de toegang voor het middaggebed sloot. We liepen dus naar de Mekka Masjid, maar daar werd ik de toegang ontzegd vanwege het vrijdaggebed. Dan maar wat foto`s schieten en terug naar de auto.
Toen we in de auto zaten, kreeg ik een volgende verbazing. De jonge knul gaf aan dat er parkeergeld betaald moest worden en vroeg mij 10 Rupees. 10 Rupees is weinig, maar ik was er wel verbaasd over. De verbazing sprak ik uit, en de jonge knaap ging over op een handige Indiase manier: Als de kolen te heet worden, begrijpen ze je ineens niet meer. Een discussie die dus nergens toe zou leiden en uiteindelijk betaalde ik die 10 Rupees maar.

Onderweg kreeg ik een geniale ingeving: We zouden een supermarkt bezoeken! Mijn nieuwe trouwe vrienden in Hyderabad kon ik wel waarderen, maar ik was er niet echt gerust op. Zeg nou zelf, hoe zou je zelf reageren wanneer een nieuwe vriend ineens over je bed zou lopen? Insectenverdelger, chloor en 3 flessen water stonden op mijn wishlist, die ook gehaald werden. Tot mijn grote spijt moet ik jullie trouwens informeren dat de families Kakkerlak en Mier niet meer zijn en naar het Nirvana zijn gespoten.
De volgende bestemming was het grote Boeddha Beeld in het Hussain Sagar (Hussain Meer). Dat beeld, een kleine 17 meter hoog, staat daar vanaf 1992, nadat het ruim anderhalf jaar op de bodem van het meer had gelegen. Nee, het beeld is niet in het meer gemaakt, maar tijdens het transport van het beeld begaven wat schepen het en zonk het beeld. Anderhalf jaar duurde het om het op zijn plaats te krijgen en het beeld is een trekpleister voor mensen die de weg van Boeddha volgen. Er vaart periodiek een boot naar het eiland waar het beeld opstaat en de opstapplaats was onze volgende bestemming.
Na een half uur, vol gescheld, getoeter en 15 bijna ongelukken, arriveerden we daar. De knul parkeerde zijn auto en gaf aan dat hij op mijn kosten naar binnen wilde. Ik besloot op dat moment dat hij naar zijn fooi kon fluiten en betaalde de 5 Rupees entree (na een opmerking gemaakt te hebben `betaal je het niet zelf jongen?`). De entreeprijs voor de boot was 40 Rupees, en dat was een prijs die hij maar lekker zelf mocht betalen. Natuurlijk deed hij dat niet en ik kon gelukkig alleen naar het eiland varen. Het eiland zelf was niets aan; Uit het bootje stappen, 10 minuten rondlopen en daarna werd je weer in de boot teruggejaagd. Wat ik wel mooi vond waren de verschillende mensen die zeer geconcentreerd aan het mediteren waren. Deze mediterende mensen vond ik zelfs mooier dan het brok steen dat Boeddha uitbeeldt, maar verder ook niets met Boeddha te maken heeft. Na terug de boot ingejaagd te zijn, voer ik weer terug naar de opstapplaats en gaf ik de chauffeur aan dat ik naar het Galconda Fort wilde gaan. Dit keer leek de chauffeur zo waar mijn weg te volgen en we zetten de juiste koers in.

Ik kwam echter bedrogen uit. In India geldt niet het principe `wie betaalt, die bepaalt`, maar het principe `wie rijdt, die bepaalt`. De chauffeur had nog een vriendje die in de juwelen zat en probeerde me verscheidene zaakjes binnen te loodsen. Na de derde keer gaf ik hem op ferme toon aan dat ik het wel genoeg vond en dat hij als de sodemieter naar het fort moest rijden. Met een verbaasde blik keek hij me aan en reed zowaar naar het fort (met de gebruikelijke taferelen van schelden, toeteren, bijna ongelukken en een slechte rijstijl).

Een uurtje later arriveerden we daar. Toen ik uitstapte was ik werkelijk onder de indruk van de omvang van het fort. De eerste verdedigingswerken beginnen een kleine 2 kilometer van het fort af. Het fort zelf, dat op een steile heuvel ligt, wordt nog eens verdedigd door twee indrukwekkende verdedigingswerken. De auto werd geparkeerd, de opdringerige verkopers werden genegeerd en de tickets (voor mij en natuurlijk ook voor hem) werden gekocht. Na de gidsen afgepoeierd te hebben, ging ik op mijn gemak het fort bekijken en begon ik aan de klim naar boven.
Nogmaals: Alles is enorm indrukwekkend. Het woord `Fort` is gewoonweg misplaatst voor deze plaats, want 600 jaar geleden moest dit gewoonweg een stad geweest zijn. Met oude stallen, oude moskeeën, barakken, tuinen, hoge verdedigingswallen en verschillende verdedigingssectoren moet de bouw van dit bouwwerk een gigantische onderneming geweest zijn. Het mooie is ook dat je op ieder punt van de beklimming een prachtig uitzicht hebt, dat soms je adem wegneemt. De klim naar boven duurt een klein kwartiertje en eenmaal bovenaan gekomen is de klim de moeite waard. Dus je staat te genieten van het uitzicht en opeens slaat de paniek toe.
Mensen gillen, mensen rennen weg, kinderen huilen en je kijkt verwonderd om je heen: Wat gebeurt hier? Een man trekt me met een angstige blik een mijn shirt en geeft aan dat we snel weg moeten gaan. Ik besef nog steeds niet waarom en hij wijst naar de rand van het hoogste plateau. Een zwarte zwerm komt langzamerhand op ons af en ik vind het welletjes. We snellen, net als iedereen, naar beneden en op het lager gelegen gedeelte vraag ik hem toch wat dit was. Het bleek een zwerm van letterlijk honderden muggen te zijn, die -volgens de chauffeur- dit jaar al aan enkele mensen het leven hebben gekost. We vervolgen onze weg langs de steile trappen naar beneden en een half uur later zitten we in de auto. Na het gebruikelijke ritueel (ik mag alles betalen) gaan we naar het hotel. Bij het hotel aangekomen durft de chauffeur me nog te vragen om een fooi, maar een kwade blik lijkt hem te beseffen dat dit er niet inzit. Ik probeer de gemaakte kosten nog in vermindering te krijgen, maar de hotelmanager steekt daar een stokje voor. 800 Rupees, en betalen graag. Kan dit nog slechter?

Copyright 2003 - 2021 by Martijn Mureau, all rights reserved. For use of this website, please refer to the pro-claimer